Monthly Archives: April 2007

Ons 2de update

Short English text will follow soon.
————————————–

Kununurra – Karratha

Dag allemaal,

In Kunanurra hadden we besloten om niet de scenic flight van 2,5 uur naar de Bungle Bungle, Lake Argyle en de Argyle diamond mine te doen. Het Mirima National Park, grenzend aan Kununurra, heeft inderdaad 2 soortgelijke mini Bungle Bungle rotsjes, en daar waren we ook tevreden mee. Wyndham hebben we niet gezien omdat we een agricultuur tour gedaan hebben. Waren de appels in The Northern Territory niet te betalen, over de €4,- voor een kilootje, hier in Kununurra werden ze bijna voor niets weggegeven, kijk daar houden we van. Kununurra is een leuk dorpje om te vertoeven en een aantal daagjes te verblijven; wat we dan ook gedaan hebben.

Bij de camping vond ik een foldertje van een scenic flight met een watervliegtuigje –vanuit Derby- naar de Horizontal Falls in de Buccaneer Archipelago. Deze horizontale waterval wordt veroorzaakt door de extreme getijden verschil in deze regio (een van de hoogste in de wereld). De ‘waterval’ ontstaat als het zeewater tussen twee schiereilanden geperst wordt, en omdat het met een watervliegtuig maar 1.5 uur vliegen is…. Dus op naar Derby!

Maar eerst Halls Creek en Fitzroy Crossing.

Voor ons zelf houden we ook een dagboek bij -nog zo’n ouderwets papieren ding- dus soms heb ik wel eens het gevoel dat ik aan het flashback-en ben. ‘t Klink gek, maar rijden in Australië is op zichzelf al een vakantie. De hoofdwegen zijn goed tot zeer goed (okay, af en toe een klein gaatje, een wegversmalling of vol in de remmen omdat er een kudde koeien oversteekt). Het enige wat je ziet is –tot aan het einde van de horizon- mooie scenery’s. Elke kilometer heeft wat anders te bieden; rotsen, bergen, gras, niets, bomen, wolkpartijen, boabs en meer. En wat helemaal zo lekker is… geen enkele file, alleen af en toe een tegenligger. Zippers, gray nomad of hoe ze de gepensioneerden reizigers ook noemen, kruipen nu in hun big fourwheel drive Nissan Patrool (of ander 4wd Aziaat) met daarachter een hoog op zijn dubbelasser staande sleurhut en een aluminium vissersbootje op het dak van hun auto. Omdat het nu winter wordt hier in Noord Ozzie gaan hele volksstammen uit het zuiden overwinteren in het noorden. Toen Li een badpak in Darwin wilde kopen kon ze alleen nog uit wat restjes kiezen; de winter collectie was nl. al begonnen. Bij het zien van al die lange broeken én truien brak het zweet ons terstond uit, helemaal omdat het hier niet onder de 30 graden komt. Restjes heeft ze dus gekocht, net als de Bob de Bouwer stuf van Tim. Restjes zijn altijd goedkoper dus nu (zaterdag 28 april) zitten we weer aan ‘t heerlijke wijntje van deze besparing 😉

De weg van Kununurra naar Halls Creek is bezaaid met Boab trees in werkelijke alle vormen en formaten en nog redelijk vol met blad van ’t regenseizoen. Naarmate het langer droog wordt gaan ze hun blad verliezen en worden het net van die bomen die zijn omgedraaid met hun wortels in de lucht. Halls Creek zelf is niet veel, al heeft het dorpje wel weer alles wat je nodig mocht hebben. Zelfs gillende Abbies at night; het leek wel of ze elkaar afmaakten.

Vanaf Halls Creek naar Fitzroy Crossing hebben we geen enkele Boab tree meer gezien (merkwaardig vonden wij dat) maar gelukkig was ie er weer toen we naar Derby reden. Fitzroy Crossing … beetje hetzelfde als Halls Creek, maar ietsje meer Abbies, al heb ik ze ’s nachts niet gehoord 😉 In Fitzroy hebben we een Abbie tour gedaan door de Geikie Gorge. Deze prachtige gorge (kloof waar de Fitzroy river doorheen loopt) was enkele miljoenen jaren geleden een rif. Tijdens de tour werd ook helder uitgelegd hoe het Abbie gezinsleven in elkaar zat/zit. Dankzij zo’n uitleg krijg je toch wel een andere kijk op de oudste bevolkingsgroep van Australië.

En dan Derby. Derby…da’s ook niet alles. De weg erna toe is voor Australië begrippen saai. Het lijkt op 1 rechte weg waar geen einde aan komt. De Boabs kwamen wel weer in het landschap terug. Toch hebben we (okay, ik reed) soms rond de 140 gereden (110 is max. in WA), maar gelukkig geen bon zoals de laatste keer in NT. Dat je hard rijdt met zo’n camper merk je ook wel in de diesel consumptie. Rijdt ie normaal rond de 100km op de 14 liter, die dag hebben we 22 liter per 100 km verbruikt. Gelukkig is de diesel nog niet zo duur als bij ons (nog steeds onder de €1,-) en Tim betaald de diesel, dus…. 😉

Aangekomen in Derby zijn we gelijk naar de Visitors Centre gegaan om de vlucht te boeken. Toen werd ‘t al snel duidelijk dat het niets zou worden. Het was nog geen mei (dan begint voor hun het seizoen pas weer) en de 2 organisaties die de vlucht naar de Horizontal Falls aanboden hadden de laatste paar dagen hun prijzen en tours diverse malen aangepast. Na wat rond bellen bleek dat de ene organisatie pas een toer ging doen als ze meer dan 8 mensen hadden terwijl de andere zijn tijd van 3 uur opschroefde naar 6 uur; vlucht heen, powerboat, vissen en weer terug vliegen. En ze zouden pas een week later beginnen. Dus helaas pindakaas. Veel keuzes in caravan parken hebben ze niet, dus we hebben die ene genomen en hebben het plaatselijk zwembad bezocht voor een verfrissende duik. De dag daarna zijn we naar Broome gereden.

Broome lijkt een beetje op Kununurra. Je kunt daar wel enkele dagen vertoeven. Mooi brede stranden en er is genoeg te doen. We zijn daar enkele dagen geweest en hebben daar de toerist uitgehangen door een kamelen safari en een astro night (sterren kijken) te doen. Sterren kijken van zowel het zuidelijk en bijna alles van het noordelijk halfrond is echt geweldig. Het is net nep als je de maan, Saturnus, Venus, de Juwelbox etc ziet door zo’n sterrenkijker. Dat zijn echter niet alle mozzies die je hoort en op je rug voelt de volgende dag. Benen, armen, gezicht en nek ingesmeerd met repellent en een lange spijkerbroek en T-shirt met lange mouwen aan (30 graden). Maar ja, blijkbaar was hun prik apparaat lang genoeg om door mijn T-shirt te prikken. M’n hele rug zat onder. Zelfs boven op mijn kop hadden ze me te pakken gehad! Gelukkig hebben ze hier ook redelijk goed spul tegen de jeuk.

Was in Derby het seizoen nog niet begonnen, hier in Broome waren de meeste attracties de eerste dagen al volgeboekt. Dan maar naar Eighty Mile Beach (of zoals Tim zegt: Eety Bijl Niets)

Aangekomen in 80 Mile Beach hadden we het al gauw gezien. Een gigantische camping, maar ook genoeg sandflies en gewone vliegen. Tegen die sandflies kun je, je redelijk ‘bewapen’ maar die gewone vliegen….. ze vliegen gewoon je neus en oren in. Brrrrr. We spraken enkele ‘bewoners’ die elk jaar voor enkele weken naar deze camping gaan en het was voor het eerst dat het zo erg was. Alle voorgaande jaren hadden ze er geen last van gehad.

Wetende dat er om de volgende hoek altijd weer iets anders fantastisch te zien en te beleven is, zijn we na 2 dagen weer verder gegaan.

We hebben besloten dat het voor Tim (en ook voor onszelf, omdat het 700 km scheelt) leuker is om grote boten e.d. te zien, dan een grote ijzermijn en weer een nationaal park te bezichtigen. We gaan dus niet naar Tom Price (2 na grootste ijzermijn ter wereld) en naar het Karijini National Park.

Via Port Hedland en Point Samson zijn we gisteren (29 April) aangekomen in Karratha. In alle 3 de plaatsen zijn havenpoorten opgezet om de ijzererts uit de omliggende 10 mijnen (waar Tom Price er een van is) te exporteren naar de rest van de wereld (voornamelijk Japan en China). De aanvoer van dit ijzererts gebeurd via 2,4 km lange treinen. In Dampier is daarnaast ook nog een havenpoort voor zout en voor aardgas; allen in handen van Rio Tinto (HP-ers komt deze naam jullie bekend voor?). Dampier en Karratha hebben hun ontstaansrecht eigenlijk alleen maar te danken aan deze bedrijvigheid. Ondanks dat de business zo booming is en de salarissen hoog ($1500 per week) is er een dramatisch tekort aan mensen. Het is zo erg dat zelfs de supermarktketen denkt om weg te gaan uit Karratha. En waarom? Alleen maar omdat er geen accommodatie is om alle mensen die in deze havens werken onderdak te bieden. En als er iets vrij is kost dit $1500 per week….. En wij vroegen ons al af waarom onze camping zo extreem duur was ($38 per nacht t.o.v. de gemiddelde $25 per nacht). De dag voor ons aankomst was er geen enkele campingplaats meer beschikbaar in Dampier of Karratha. Op onze camping zijn de meeste plaatsen ingenomen door 1 en de zelfde caravan waar een medewerker van de Rio Tinto zijn intrek in heeft. Het caravan park lijkt ’s avonds wel een groot wagenpark van verschillende aannemers 😉

Morgen gaan we weer verder naar beneden. We willen voor dit weekeind (4-7 mei) in Exmouth zijn voor het WhaleShark Festival.

Talk to you later

John, Lia & Tim

Our first English update

Darwin – Kununurra

Hi,

Today (Monday, 16-4) we descended Kununurra (Western Australia). As you know, we started our journey in Darwin. Gosh, what bloody hot is that place. We found a good Caravan park with excellent swimming pool near Howard Spring Nature Park (that unfortunately was closed because of the recent flooding).

Although it looks the dry season is already started (normally the wet ends, end of April) most of the places worth seeing are still closed by flooding and attractions are starting from May.

Some Caravan Parks we visit had internet but for some reasons we did not grab the time to connect. Now we are again at a BIG4 Holiday Park that provided wifi connection; yes we are a little lazy 😉

The first night we slept in a hotel in Darwin because our Campervan was not available yet. But the day after our 5 berth was ready and of we go. We first stay 5 nights in the Howard Spring HP. But staying at one place was good for the rest and the swimming pool, but not for our holiday rhythm. To get this rhythm we finally made a decision; lets start travelling.

We first went to Lake Side Holiday Park near Berry Spring. Along the way we visit the Darwin Crocodile Farm, but next we better skipped this one; bad walking trails ugly park and smelling cages. The Territory Wildlife Park (TWP) –setup by the NT government- was much better! Good facilities, nice big park and a ‘train’ running from one attraction to the other.

This park was a good test to see how Tim is handling the heat, the long day (normally he sleeps 1-2 hours during the day time) and the walks. It was of course also a test for us.

The outcome was that we decided not to visit Litchfield National Park (NP) but only Kakadu NP. During our first Australia encounter we already visit both parks, so we know what the have to offer. We decided to go for the Aboriginal rock-art and the amazing view of Ubirr.

On the way to Jaburi we did a jumping crocodile tour on the Adelaide river. It was sensational to see those big crocs appearing from nowhere and jumping so high for a piece of meat. After the show Tim constantly asked for more jumping crocs 😉

In Kakadu the road to Ubirr was flooded (.6 meter) and for our camper van impassable. We walked the trails at Nourlangie Rock and did a scenic flight to the Jim Jim and Twin falls. The first 3 quarters where excellent, but than Tim throw up. Most of the stuff was catched in the bag, but gosh was a small plane it is.

From Kakadu we went to Katherine. We stayed in Springvale Homestead (the oldest homestead of the NT, 1880, with their own 34 degrees hot spring that filed their swimming pool) and did the boot trip through the Katherine Gorge on a (still from the rain season) high Katherine river.

From Katherine we followed the Victoria Highway heading West Australia. Via Victoria River Roadhouse (where I’ve been bitten by various small insects more than 30 times) and Timber Creek (saw our fist big Boab tree and wild freshies (fresh water croc) we arrived in Kununurra (West Ozzie); Big 4 Ivanhoe Village Caravan Resort with a great (salt) swimming pool). Maybe we will do again a Scenic flight to the Bungle Bungles.

See you later,
John, Lia & Tim

Eindelijk ons eerste echte update

Short English text below will follow soon.
———————————————-

Darwin – Kununurra
Hier zijn we weer (dinsdag 10-4)

De laatste paar dagen zijn we op campings geweest die wel een internet verbinding aanbieden, maar….. of 3x niets en een paar keer hadden we gewoon geen zin. Vooral in het begin van onze vakantie, jemig wat was het broeierig heet in Darwin en we konden maar niet in ons ritme komen.

Het begon gelijk goed, of eerder gezegd, niet goed. Onze Camper was de dag voor onze aankomst weggegeven en een nieuwe zou pas ‘s middags binnenkomen. En moest dus dan nog eerst schoon gemaakt worden. Ter compensatie kregen we 1 dag huur en een hotelkamer met lunch en taxi retour terug. Uiteindelijk werd de camper pas de volgende dag opgeleverd en hebben we dus in een hotel overnacht.

De kinderstoeltjes die ze in de aanbieding hadden voor in de camper waren niet om naar huis te schrijven, dus hebben we ze eerst maar allemaal meegenomen en uitgeprobeerd; na eerst een grondige inspectie/aanpassing. Al met al was het verder goed geregeld en hebben we lekker Dutch gekletst met Esther die hier na een backpackers avontuur van10 jaar geleden is blijven plakken.

Na de nodigde inkopen (later die week nog een paar keer voor de nodige voorraad en omdat we het gewoon leuk vinden; nostalgie van de vorige keer en die koele airco’s, heerlijk) zijn we bij Howard Springs Holiday Park (HP) terecht gekomen,. Een BIG4 met wifi in ’t park en wonder boven wonder skypen met thuis ging goed; kon Tim opa en oma Goes weer eens zien en horen en vice versa natuurlijk.

We zijn uiteindelijk 5 dagen in dit HP geweest, zoekend naar het juiste ritme en het vakantie gevoel en natuurlijk… de verkoeling van een toppie zwembad.

Nu ik de afkorting HP gebruik moest ik ineens aan HP denken. Heren CPE-ers hoe gaat het met ’t Holiday Park daar in Amstelveen?

Uiteindelijk hebben we ons ritme (we zitten natuurlijk met Tim die ’s middags nog een tukkie wil/moet doen) weer gevonden nadat we van camping veranderde: Lake Side Holiday Park was het volgende voor 2 nachtjes. Onderweg even langs de fameuze Darwin Crocodile Farm geweest, maar mocht je hier ooit zijn dan kun je die €12 pp beter ergens anders aan besteden. Veel crocs, maar oude en stinkende hokken, en waar was nu dat park toch?

Een dag later naar ’t Territory Wildlife Park (TWP). Duidelijk te zien dat het door de NT Government is opgezet. Zeker de moeite waard. Bloody hot weliswaar, maar Tim heeft zich kostelijk vermaakt. Pasen is hier echt iets dat gevierd wordt, maar ja… wij zijn op vakantie en wisten al heel snel niet meer in wat voor dag we leefden ;). Gelukkig hebben we in het TWP toch nog wat eieren kunnen slaan (locale bezigheid) en gezocht.

Daar hebben we ook maar besloten om niet Litchfield National Park (NP) te doen, maar alleen Kakadu NP. Nogmaals Abi-art bekijken en genieten van het uitzicht op Ubirr.

Dus op naar Kakadu NP.

(woensdag 11-4)

Ja, ik zei het toch al, we hebben ons ritme weer terug. We weten nu ook weer op wat voor dag en datum we leven 😉
Nu alleen nog ’t echte vakantie gevoel… maar dit komt er al aan nu we weer leuke dingen aan het doen zijn en wat kilometers maken.

(donderdag 12-4)

Jullie weten het nog niet maar we een beetje achter met de ‘administratie’. Druk, druk, druk (hihihi). Vandaag zitten we al in Katherine, voor 2 nachtjes in Springvale Homestead (de oudste homestead van the NT, 1880, met een eigen warmwater bron die uitmondt in het zwembad. Zonder een zwembad maakt een camping geen kans bij ons. Tim leeft er voor. ’s Ochtends, ’s middags, ’s avonds, ja zelf ’s nachts 😉 Morgen gaan we een boottocht doen in de Katherine Gorge en weer inkopen doen voor de reis naar het westen.

Maar ff terug naar waar ik eergisteren was op naar Kakadu NP.

Via een tussenstop van 1 nacht in Mary River Park (langs the Arnhem Highway) -waar ze heerlijke stevige rifvis hadden zo groot als een pizzabord- zijn we terecht gekomen in Jaburi (Kakadu Lodge + caravan park. Daar hebben we 3 dagen geslapen en gezwommen. Ons doel was om zowel Abi-art te bekijken in Ubirr als in Nourlangie Rock. Uiteindelijk was de weg naar Ubirr voor onze camper afgesloten ivm een floodway van 0.6 meter. En die was ook de 2de dag niet minder.

Eigenlijk is het drogeseizoen pas eind van deze maand afgelopen, maar volgens de Ozzies lijkt het er op dat het dit keer een maandje eerder is begonnen. Da’s voor ons natuurlijk mooi meegenomen, al was Howard Spring Nature Park (daar waar je met big barramundi’s kan zwemmen; gezien bij Rex Hunt) niet open ivm flooding (overstroming) en zo waren er meer attracties op onze weg in the Top End die pas in mei van start gaan. Gelukkig waren de Jumping Crocs op de Mary River gewoon weer open, nadat nog geen week eerder alles blank stond. Tim Dundee vond het echt geweldig. Meer, meer, meer. Ook de slangen die ze daar hadden vond ie geweldig

Terug naar Kakadu:

De eerste dag zijn we dan ook maar naar Nourlangie Rock geweest en de dag daarna een rondvlucht naar de Jim Jim & Twin falls. Spectaculaire vlucht, maar na 45 minuten had Tim het wel gehad en liet dat blijken door ongegeneerd te kotsen; gelukkig zat hij bij Lia op schoot. Jemig wat stinkt dat in zo’n klein koekiesblik. Ik mijn t-shirt uit om z’n mond en Li d’r armen en benen ‘schoon’ te deppen. Gelukkig zat er achter Lia ook nog iemand die ’t zakje moest vullen (hihihi). Eenmaal op de grond was alles weer heel snel ok en hadden we weer een extra wasje te doen.

Weetje:

Brood zoals in Nederland is hier niet altijd te verkrijgen. 80% is wit en de ander 20% is licht bruin, en beide zijn zacht en klef. Maar af en toe loop je tegen een goede bakker aan. Perfect Hollands bruinbrood (beetje droog met een korstje) kun je vinden bij de Kakadu Bakery in Jaburi; hartje Kakadu. Toppie brood! Soms vind je ook nog wel eens een ‘bakkertje’ in een shopping-mall, maar dan moet je het brood wel die zelfde dag opeten anders is ’t goed voor de gehakt bal.

Kwalitatief (detaillering) goede Aboriginal art koop je ook in Jaburi bij de plaatselijke videotheek.

Wat doen we zo gedurende een dag:
– ontbijten
– een activiteit (iets bezoeken,bekijken, zwemmen, rijden)
– rusten (Tim’s middagdutje als hij dit niet doet tijdens het rijden)
– lunchen
– een activiteit (zwemmen, boodschappen doen, iets bezoeken, bekijken)
– Bumba en Bob de Bouwer kijken
– warme hap maken (hutspot, koolschotel en conimex nasi zijn de revue gepasseerd; makkelijk voor in de vriezer en… alle groenten en fruit moet op voordat we bij de West Australische grens zijn)
– foto’s bekijken en dagboek bijhouden en de volgende dag plannen.

(maandag 16-4)

Na onze tocht door een goed gevulde Katherine Gorge (nog een staartje van ‘t regenseizoen) zijn we richting het westen gegaan. Via Victoria River Roadhouse en Timber Creek zijn we vandaag aangekomen in Kununurra (West Ozzie). In een BIG4 caravan park (zeg maar de beste campingpark keten van Australië). Ivanhoe Village Caravan Resort heeft natuurlijk een geweldig (zout) zwembad, Hier blijven we voorlopig een paar dagen. Een en ander van de omgeving zien en misschien wel weer een rondvluchtje richting de Bungle Bungles.

De afgelopen dagen hebben we voornamelijk de plaatselijke Nationale Parken bezocht die je langs de Victoria Highway heb. Alle bezienswaardigheden, walks en lookouts die met Tim en onze Camper mogelijk waren hebben we gedaan. Dus geen spectaculaire bungie jumps, maar alleen schone en idyllische natuur. Vandaag hebben we ook de flessen boom (Boab tree) gezien. De eerste in Timber Creek Caravan Park. Daar zagen we ook in het wild Freshies (zoetwater krokodil) en vliegende honden.

Via SMS kregen we te horen dat het ook in NL weer eens lekker weer is, jammer dat de meeste van jullie moeten werken, anders geniet er van.
(dinsdag 17-4)
Vanochtend waren we zoals gewoonlijk rond 7 uur wakker (Tim heeft ook zijn ritme weer te pakken), tijd om te gaan zwemmen. Vandaag hebben we een ‘rust’ dag; ontbijten, zwemmen, spelen, Tim een tukkie doen en wij een planning maken wat we deze dagen verder gaan doen. We hebben net besloten dat we toch maar niet de scenic flight naar de Bungle Bungle doen. Kosten zijn echt een lachertje, maar we denken niet dat Tim het 2,5 uur schoon in het vliegtuigje houdt. Ter compensatie gaan we dan ook maar naar het Mirima National Park. Dit NP grenst aan Kununurra en claimed de mini Bungle Bungle te zijn. We zitten nog even te twijfelen of we naar Wyndham (noordelijkste haven) en/of naar de Ord Dam Wal van Lake Argyle (grootste ‘handgemaakte’ zoetwater reservoir voor irrigatie doeleinden van de landbouw farms hier in Kununurra) gaan. De afstanden zijn niet dramatische 200 en 100 km return, maar we zitten wel met Tim en het warme weer.

Jullie zien onze beslissing later wel.

Ohja, hier gaat het zwembad pas om 7:30 open en toen wij opstonden was het niet 7 uur, maar 5 uur 30. We zitten nu in West Australië en we hebben weer 1,5 uur ingehaald. Hier leven ze nog maar 6 eerder dan in Nederland, maar ja ga dat maar eens uitleggen aan Tim 😉

Het zwembad is ook een klein dierentuintje met allerlei vogeltjes die we in Nederland in de volière hebben (div. zebra vinken en diamantduifjes). Daarbij lopen en zwemmen de hagedissen gewoon met ons mee. Vlinders in allerlei kleuren en groottes. Helaas is niet alles vast te leggen.

John, Lia & g’day mate Tim