Auckland – Exmouth

1 Mei 2009, heerlijk gevoel! We zijn weer in Australië!! Het laatste verhaaltje van NZ moet ik nog afmaken, maar nu we hier zijn heb ik daar eigenlijk geen zin meer in; maar krijgen jullie nog van me tegoed. Het is moeilijk te omschrijven, maar Australië geeft ons gewoon meer een relaxed vakantie gevoel dan NZ. Ik denk voornamelijk dat, dat komt door het heerlijke weer (24/27 graden en zon) en het weidse. Tjonge, wat hebben ze hier een ruimte.

Lia en ik hebben onze vakanties bijna altijd verdeeld in een actief gedeelte en een relax gedeelte. Zo gingen we bijv. een week naar Limburg en omstreken om daar alles te bekijken waarna we dan een week naar Zeeland gingen om gewoon op het strand uit te liggen rusten. Zo iets hebben we nu eigenlijk ook een beetje We zijn heel erg druk geweest in NZ om veel te zien en te doen (binnen de restricties van de jongens) en nu gaan we het rustiger aan doen ondanks dat we waarschijnlijk toch nog iets van 4000 km rijden zullen rijden.

NZ heeft gewoon te veel te zien en te doen op een relatief kleine oppervlakte terwijl je in Australië net zoveel kunt zien en doen, alleen ligt alles verder uit elkaar. Tja, en als je dan denkt dat de korte afstanden tussen alle leuke dingen in het voordeel is voor NZ heb je het mis. In NZ doe je soms 3 uur over een kleine 150 km en ben je echt moe van het vele sturen en de mooie (snel wisselende) scenery. In OZ heb je in die 3 uur zeker 300 km afgelegd en heb je het gevoel dat je er nog wel 300 kunt doen zonder echt moe te worden. Die lange rechte afstanden met uitzichten die langzaam veranderen en waar je lange tijd van kunt genieten geven je veel energie. Het is alsof je in een boemeltreintje zit waarbij alles langzaam voorbij gaat.

NZ, het land waar je in een oogopslag alle kleur schakeringen van blauw en groen kunt zien.
OZ, het land waar je in een oogopslag alle kleur schakeringen van geel en rood kunt zien.
Ik kan er naar beide uren naar kijken. TOP!

Onze vlucht (maandag 27 april) van Auckland naar Melbourne had bijna 1 uur vertraging. Maar bij aankomst leek het er op dat we toch nog op tijd konden zijn voor onze vlucht naar Perth. Alleen de deur van het laadruim van het vliegtuig konden ze niet meer open krijgen… Daar stonden we dan met onze handbagage inclusief een kunstwerkje van hout en been die we een dag eerder gekocht hadden.

We waren die ochtend (02:30 ging onze wake-up call) al vroeg op Auckland vliegveld omdat we dachten dat we veel problemen zouden krijgen met ons zelf ingepakte kunstwerk met glasplaat, maar niets was waar. We konden (nadat alles in de x-ray machine was geweest) zo doorlopen!? En in Melbourne, daar hadden we dan uiteindelijk toch onze koffers, maar onze incheck tijd was al voorbij. Op zoek naar een alternatief kwamen we bij een ticket-verkoop-balie terecht waar de verkoper aangaf dat alle vluchten van die dag naar Perth al vol zaten. Maar hij trok gelijk alle registers open (ach, wat zielig zo’n familie met twee van die kleintjes) en hij kreeg het voor elkaar dat het bijna vertrekkende vliegtuig toch nog eventjes langer aan de grond bleef. Gauw alles weer door het x-ray apparaat en rennen. Had ons vliegtuig weer vertraging van ongeveer een half uur; maar wij vonden dat niet erg 🙂 De jongen hebben heerlijk geslapen en wij hebben een zoetsappige familiefilm zitten kijken over een hond.

In Perth gelijk naar de camperboer. En ja, deze camper is ietsje duurde dan die in NZ, maar ook kwalitatief veel beter. Diezelfde namiddag hebben we een cuppa gedaan bij Oma Sue en Opa Ivan. Het was net of we niet weggeweest waren. Geweldig om ze weer te zien en te spreken! We hebben de eerste 2 dagen geslapen op een camping om alles een plaatsje te geven (op dit moment zijn we nog steeds niet helemaal op orde, maar we komen er gestaag). En op deze camping kwamen we erachter dat de voltmeter het niet deed, maar wat nog erger was, was dat we ook geen stroom van de extra accu’s kregen. De accu’s zijn echter ter plaatse vervangen door een Dutchy en na onze 2de test (we testen alles in de hut zelf omdat we 3 weken in de ‘bush’ willen kamperen) waren we overtuigd dat het probleem bij de oude accu’s lag en niet bij de oplader of de voltmeter (die nog steeds dood is).

De volgende 2 nachten hebben we op het erf van Sue en Ivan geslapen. Heerlijk gekeuteld met de jongens en er ontzettend heerlijk gegeten. Tjonge, wat kan Sue lekker koken. Ivan heeft in navolging van zijn moeder, zijn levensverhaal op (digitaal)papier gezet en elke avond probeer ik daar enkele pagina’s uit te lezen. Hij heeft afgelopen zomer (hun zomer onze winter) een trip gedaan met zijn gehele familie (incl. die van zijn 2 broers) naar de omgeving waar hij is opgegroeid; de goudmijnen van Wiluna e.o. (500 km2). Ook wij zullen een gedeelte van deze trip doen omdat we via de Great Northern Highway, Tom Price en Karijini National Park naar Exmouth willen rijden. Ja, het was een goed gevoel om ze weer eens te zien en spreken! Aan het einde van onze vakantie gaan we nog een paar dagen naar ze terug.

Gisteren hebben we bij Sue en Ivan de dag gebruikt om onze kleren te wassen en een reisplanning te maken (en ik ben er ff op uitgeweest om mijn toch niet zo waterproef onderwater camera te laten fixen; uiteindelijk maar zelf gedaan en in Exmouth maar eens kijken of ik dat goed gedaan heb). Thuis hadden we een grove planning gemaakt van deze route (+/- 4000 km), met ook nog een bezoekje aan Augusta (walvissen kijken op het zuid-westelijke puntje van OZ). Uiteindelijk hebben we geleerd van NZ dat 3 uur in de auto max. is voor onze kereltjes. We delen dus die +/- 4000 km door 300 en komen dan ongeveer uit op 13/14 rijdagen. Met enkele weken Exmouth en een week in Kalbarri moet Augusta dus maar wachten tot volgende keer 🙂

Als het aan Sue en Ivan had gelegen hadden we daar onze gehele vakantie wel mogen blijven staan. Dat was niet eens erg geweest, maar we moeten toch een keer beginnen met reizen. En we merken dat het begin van een reis, als je het ergens naar je zin heb, steeds moeilijke wordt. Van de laatste vakantie die in Darwin begon weten we dat een langzame start je reisschema op een later tijdstip eventueel kan beïnvloeden. Nu slapen we in het plaatsje Bindoon en staan naast het plaatselijke cricket veld. Niet echt een camping, maar een douche en wc is beschikbaar en omdat we stroom gebruiken kost het ons $10,- (te betalen bij het postkantoor). Morgen richting Morawa.

6 Mei, we slapen nu bij de ‘Walga Rock’. Da’s letterlijk in the middle of  bloody woop-woop; 48 km van Cue, midden in de bush. Cue was vroeger een boeming goudstad met diverse goudzoekers dorpjes daaromheen maar is nu eigenlijk niet meer dan een spookstad met 300 inwoners. De Great Northern Highway gaat dwars door de hoofdstraat van Cue (en alle andere spookdorpjes in deze regio). In deze hoofdstraat hebben ze een aantal oude stenen gebouwen van toen mooi  gerestaureerd, maar de andere ‘houten’ gebouwtjes staan allemaal leeg en hierdoor ziet de ‘hoofstraat’ er toch vervallen uit. Even buiten Cue worden grote roadtrains met 3 aanhangers (23 assen en 53,5 meter lang) volgeladen met ijzererts. De attracties bij Cue: Cue zelf, enkele oude spookdorpjes om Cue heen (okay, je ziet alleen wat overblijfselen van de oude mijnwerkers huisjes in de vorm van stenen, stalen golfplaten en wat rommel (incl. asbest platen) op de grond liggen (zie foto’s van Day Down en Big Bell), en de ‘Walga Rock’ (dit is een ‘soort’ kleine Ayers Rock met Aboriginal rotsschilderingen; gaan we morgenochtend bekijken).

In Bindoon hebben we bij de i-site annex postkantoor een boekje gekocht over ‘Free-camping in the North of WA’. In dit boekje stond de Walga Rock beschreven als: “Most years, a carpet of Wildflowers surrounds the rock, and a family of wild goats and abundant birdlife make this a beautiful spot for a overnight camp.” En hier staan we nu, helemaal alleen. 20:30 de jongens slapen en Lia ligt ook al in bed, ze heeft er toch niet zo’n goed gevoel bij zo helemaal alleen en zo ver weg van de ‘beschaving’ Het is bijna volle maan dus we kunnen de omgeving goed zien; het is echt een plaatje. Maar als het tussen je oren zit…

We hebben de wekker voor de 2de keer op 6 uur gezet. Tim wil weer de zonsopgang zien. Toen we in Yalgoo waren was daar op een ‘berg’ een look-out en daar zijn we ’s ochtends vroeg naartoe gereden om de zonsopgang te zien. Dat vond Tim zo mooi (en dat is ook gewoon mooi in een omgeving waar je km’s2 kunt rond- en verkijken) dat hij dit morgen weer wil zien. Alleen staan we nu bijna tegen de Walga rots aan en moet de zon van achter de rots komen. We zullen wel zien hoe het verloopt morgen.

Wat was nu eigenlijk onze route tot nu toe?

We begonnen in Perth bij Sue & Ivan en reden toen naar Bindoon. Volgens Sue en Ivan was daar een lovely and quiet campground. Wij hebben daar geen echte camping gevonden maar hebben daar heerlijk geslapen langs de Cricket Oval (powersite $10). Het was er inderdaad lovely maar, wat er nu die avond is gebeurd in de kantine van de Cricket Oval, is ons niet duidelijk. Wel hebben we een heli met zoeklichten zien landen op de oval, enkele politie auto’s met zwaailichten rondjes om de oval (en langs ons) zien rijden en een St. John ambulance op het gras naast de helikopter zien staan, terwijl er heel wat gerend werd tussen die twee vervoersmiddelen. Veel commotie dus direct naast ons slaapplekje.

Van daar zijn we na een klein stukje rijden beland in ‘New Norcia. Een dorpje dat geheel door Benedictijnen is opgezet en in het verleden bruisend was, maar sinds de jaren 70/80 van de vorige eeuw eigenlijk uitgestorven is en met zijn nog 8 echte benedictijnen, eigenlijk gewoon een openlucht museum is van mooie gebouwen. Daar hebben we een zeer informatief stads/gebouwen tourtje van 2 uur gedaan en hebben na een late lunch uiteindelijk besloten ook de nacht in het dorpje door te brengen. Echt een leuk dorpje om een dagje te vertoeven.

De volgende dag zijn we van de Great Northern Highway (via Wubing) linksaf geslagen naar Morawa. Tot aan Mullewa (waar we rechtsaf zijn gegaan terug naar de Great Northern Highway) rij je in de bovenkant van de wheatbelt (graanschuur) regio van WA. Dit is ook gelijk onderdeel van de wildflower hoek van WA. Alleen zijn wij 2 maanden te vroeg L. Als het aan het einde van de winter geregend heeft staat deze hele hoek, +honderden km2 in het voorjaar vol met wildbloemen. Iets dat je, als je er nu doorrijd zo net na het oogstseizoen terwijl alles nog droger dan kurk is, niet kunt geloven. We hebben onderweg her en der wat foto’s gezien van de omgeving tijdens dit wildflower season… We hebben al tegen elkaar gezegd dat als we ooit weer een lange reis mogen maken we dit fleurige schouwspel zeker een keer willen zien. De wegen in deze wheatbelt regio zijn letterlijk recht toe recht aan met om de +/-10 km een ‘dorpje’ dat bestaat uit enkele huisjes en 1 of meerder hele grote graanopslag schuren/bakken.

Die rechte wegen gelden eigenlijk ook voor de wegen in de goldfield regio. Vanaf Yalgoo (via de Jokker Tunnel & oude spoorstation) groeit er bijna niets meer (behalve tijdens het seizoen van de wildbloemen) en komen (lees kwamen) de goudzoekers aan hun trekken. Via (spookstadje) Mount Magnet, waar we de goudmijnen en natuur fenomenen via een gravel-trail van 40 km hebben bekijken, zijn we nu (via Cue) beland in bij onze slaapplaats in de bush (Walga Rock).

Morgen de zonsondergang, paintings en het spookstadje Big Bell en dan via Cue naar Meekatharra.

9 mei 2009, Via Cue en Meekatharra (= niet bijzonder) overnachten we nu in mijnstad Newman waar zich de allergrootste opendag ijzerertsmijnbouw ter wereld bevind (wat ze eigenlijk doen is gewoon een erg grote berg genaamd Mt Whaleback (omdat ie op de rug van een walwis leek), afgraven. Ze hebben hier zo’n 6000 vaste bewoners en zo’n 6000 ingevlogen ‘bewoners’ (ingehuurde medewerkers die 2 weken werken en 1 week via ’t vliegtuig in Perth losgelaten worden). De stad is ook zo opgezet. Een aantal echte woonwijken die verder opgevuld zijn met secties bunkhuizen. Deze bunkhuizen zien er van buiten uit als een kleine cel en lijken een beetje op portable wc/douche-units. Newman straalt echt een ‘tijdelijke’ stad uit dat vergelijkbaar is met Karratha, waar er ook veel tijdelijke werknemers gehuisvest worden in tijdelijke/nood gebouwen. Wat hier wel grappig is om te zien is dat bijna alle auto’s die hier rondrijden bestickerd zijn met de naam van het bedrijf dat de berg afgraaft (bhp Billiton) en een ‘kindervlaggetje’ met lampje hebben (anders worden ze overreden door een big haultruck). Omdat je minimaal 6 moet zijn ga ik morgen als enige van ons kijken hoe de mijn is. En het wordt ook nog een spannend bezoek want er is een blast. Ik ben benieuwd. In NZ heb ik al eens het opblazen van een stuk grond in een goudmijn gezien en dat was nu niet echt heel erg spectaculair. We zullen zien.

De omgeving van de Walga rock is echt beautiful en daar kun je wel een weekje vertoeven (als er meer mensen zijn zegt Lia). De Abbi paintings waren leuk, maar niet echt schokkend als je de paintings in Ubirr en Nourlangie Rock in Kakadu NT al gezien heb (we zijn verwend). De terugrit over dezelfde dirt road (gravel weg) was minder spannend dan de heen weg (ervaring leert dat je gewoon met 60 km/u over die hobbels moet rijden), maar zal ons de rest van de vakantie bij blijven dankzij de rode stof die nu in de gehele camper aanwezig is. De 12,8 km afslag naar spookstad Big Bell was zeker de moeite waard! Veel van de spookstadjes waar we de laatste dagen zijn geweest hebben voor ons een extra betekenis gekregen omdat een belangrijk deel van Ivan zijn ouders daar heeft afgespeeld. Het gedeelte wat we nu gedaan hebben wordt dankzij zijn levensverhaal en de bijbehorende foto’s wel heel erg fascineren.

Van het mijn bezoek in Newman had ik iets meerverwacht, maar inposant was het wel! Alleen geen blast gezien. Die zou uiteindelijk om 11 uur gebeuren en we stonden al om 10:30 op de look-out maar mochten daar niet lange blijven staan. Voor die $20,- best de moeite waard.

Het is nu 13 mei, We komen net uit Karijini NP (waar we de zoon van Less Hiddens & Sir. Attenborough hebben gezien als camping hosts van Dales campground!)en we overnachten in Tom Price; mijnstad van Rio Tinto. Onze eerste indruk van dit mijnstadje is dat het wel een aardig noordelijke Ozzie uitstraling heeft en niet, zoals Newman, een stadje is dat louter bestaat uit bunk-huizen voor de ‘tijdelijke’ mijnwerkers. Maar wij zijn er dan ook alleen heel ff geweest en de camping staat buiten het dorp. Wat we wel hebben begrepen is dat werknemers in deze ijzer sector heel schaars zijn en ze met allerlei secundaire arbeidsvoorwaarden (voor het gehele gezin gratis woonruimte, schooling, ziektekosten, gereedschap, onbeperkt eten voor $6,- en nog veel meer) gelokt worden. En dat dit voorlopig nog wel een booming bussines is tot na 40 jaar!?

Er zullen vast nog meer bedrijven zijn, maar Rio Tinto en bhp Billiton zijn zeker de grootste ijzererts (iron ore) vreters van Australië. Mochten kinderen onder de 6 jaar in Newman niet mee op mijntour  Hier bij Tom Price is iedereen van de familie uitgenodigd om de mijn e.d. te bezoeken. We hebben het aan Tim gevraagd, maar hij wilde graag op vakantie; het strand bedoeld hij! Over 3 dagen is hij jarig en onze planning was om dan in ieder geval in Exmouth te zijn; kan hij (en wij dus ook :)) heerlijke patat met barra, ketjup en een dikke milkshake eten. Hij vindt het tijd worden om zijn strandspulletjes uit te testen.

Aan de ene kant vinden we het jammer dat Tim niet de mijntour wilt doen, maar aan de andere kant geeft het ons ook weer een mogelijkheid om deze omgeving later nog een keer te bezoeken, incl. Karijini National Park. Jemig wat is dat een mooi park!

Tot aan Newman is het landschap voornamelijk glooiend. Vanaf Newman veranderd dat drastisch in een glooiend landschap met steeds meer los staande geërodeerde bergen. Na 200 km zie je ineens aaneengesloten geërodeerde bergen met verschillende richels/kliffen op verschillende hoogtes; we rijden op de zeebodem! In het hele verre verleden was dit allemaal zee en het zeewaterspiegel is in die tijd enkele malen drastisch gedaald, terwijl het landschap diverse keren is gestegen. Deze stijgingen en dalingen en de toen nieuwe golfslag hebben er voor gezorgd dat er dus verschillende richels/kliffen te zien zijn op deze bergketens. Het Karijini NP bevind zich op deze oude zeebodem; een glooiend landschap met daarin verborgen dramatische mooie gorges (kloven/ravijnen), uitgeslepen door de toen laatste aanwezige rivieren. In het park zijn allerlei diverse walks/hikes uitgestippeld met 6 verschillende moeilijkheidsgraden, waarbij 1 te doen is met een rolstoel en je bij 6 klauter stuf nodig hebt incl. een gekwalificeerde instructeur. Maar zoals het Ozzie betaamd zijn de pools in de verschillende gorges recreatieve zwemgelegenheden en is dus alles gewoon toegankelijk en gaat men er vanuit dat je, je gezond verstand gebruikt. De diverse look-outs die in de gorges neerkijken zijn dramatisch mooi net als (als je eenmaal beneden bent) de gorges zelf. We hebben daar heerlijk en spannend (soms bijna gevaarlijk met de jongens) gehiked en geklauterd. Ik ben zelfs nog bij een sterrentour geweest, maar na weken lang de perfecte Milky Way kunnen aanschouwen was er nu ineens… alleen maar bewolking, dus daar waren we gauw klaar mee :(. Het hele park heeft alleen maar gravel wegen en deze waren volgens de bordjes, voor alle voertuigen begaanbaar. 90% van wat we rond hebben zien rijden was echter van het kaliber 4wd. Wij waren de enige oversized camper?!. We hadden al aardig wat gravel roads gehad (o.a. bij Mt Magnet en de Wolga rock bij Cue), maar deze waren echt anders! Jemig wat waren die wegen hobbelig maar vooral stoffig. Nu we hier in Tom Price staan is het leed niet meer te overzien. Echt alles is rood! Niet alleen dat wat je direct kunt zien, maar ook alles in de binnenkant van de kastjes incl. onze kleren e.d. Ja, van Karijini zullen we nog lang plezier hebben (en de camperboer ook als ie onze hut moet schoonmaken :)). Gezien onze planning voor Tim’s verjaardag hebben we ook in Karijini niet alles gezien wat we hadden kunnen/willen zien, dus…..jullie begrijpen het al.

Iedereen slaapt al, morgen de 2de en hopelijk laatste lange rijdag van deze vakantie; zo’n goede 600 km). Trusten.

21 mei. We zijn nu al 4,4 dagen in Cape Range NP en wat is het hier toch heerlijk rustig en relaxed. Vroeg wakker (06:00) en met de kids de zon op zien komen boven de Range (geerodeerde bergketen), Brekkie, smeren en hup naar het strand. Daar lekker zandkastelen bouwen, vissen en snorkelen, ff terug naar de hut voor de lunch, slaapie voor Ian en de hitte ontvluchten en dan weer terug naar het strand voor… jawel, lekker zandkastelen bouwen, vissen, snorkelen en de zonsondergang. (om 18:00 is het echt donker). Weer terug naar de hut voor een zandafspoeling (da’s lachen; zand uit de naad mbv een gevulde bidon en door de zon verwarmd water), T, ff  de Milky Way bekijken en naar bed.

In Australie gebruiken ze het woord dinner voor avondmaal niet maar zeggen ze T-time. Je begrijp het al….. dit is hard werken en we zijn dan ook elke avond doodmoe :). Ondanks dat gaan we dit (afhankelijk van het weer) zo’n 15-20 dagen uitproberen.

Daarna is onze planning nog een dag of 2 naar Coral Bay, 7 dagen in Kalbarri  en 7 dagen in Perth, voordat ….

Oh ja, ons camping plekje aan zee ligt zo’n 80 km verwijderd van Exmouth en om dus de melk en brood aan te vullen moeten we helaas enkele keren daar naar toe. Iets dat we geen van allen leuk vinden, maar soms zijn de dingen niet anders. En wat wilde Tim nu op zijn verjaardag eten? Pudding/slagroom taartje, chip en dip en….. spaghetti! Wij balen, maar omdat we nog wel een keertje naar Exmouth moeten kunnen we toch onze patat met barra, ketjup en een dikke milkshake scoren.

Doei doei

Ennehh, de foto’s komen later; geen tijd en omdat we geen stroom in het park hebben is het gebruik van de laptop batterij beperkt en zitten Tim en ik op laptop rantsoen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *