Author Archives: Familie Goes

Adelaide – Flinders Ranges NP – Ceduna

Lachen hoor met die jongens!

Ik zit nu eindelijk weer eens achter de PC te bedenken wat we allemaal gedaan hebben, zodat wij jullie een update kunnen geven. Het komt er maar gewoon niet van, onze tijd vliegt voorbij (gisteren waren we op de helft van onze reis, vanaf vandaag zijn we alweer aan het aftellen :(). Meestal zijn we bezig met de planning van de volgende dag (wat gaan we doen, waar willen we slapen, water koken voor onze dagelijkse consumptie, etc etc) maar vaak hebben we ook gewoon geen zin meer om iets te doen. Doordat we toch wel druk bezig zijn elke dag en het hier al heel snel donker is 17:45 (al hebben toen we van Victoria naar South Australia gingen alweer een halfuurtje erbij gekregen) heeft ons lichaam om 20.00 uur al het gevoel dat het 23.00 uur is. We lopen dus een beetje achter, net als met onze planning. We zouden nu al voor de Nullarbor moeten staan maar we zitten nog in de Flinders Ranges NP. Er is ook zoveel leuks te doen onderweg en soms moet je ook gewoon pas op de plaats nemen. Dus straks hebben we een paar echte rijdagen voor de boeg om weer een beetje op onze planning te komen. Tenslotte moeten we 14 juli in Exmouth aankomen!

Donderdag 19 juni (vandaag is het zondag 22 juni) hebben we het laatste stukje (118 km) van ons gratis slaapplekkie @ Tailem Bend South Rest Area (waar we bijna al ons verzamelde hout uit Creswick (bij Sovereign Hill) hebben verbrand) naar Adelaide gereden. De bedoeling was dat we ergens in de buurt van Port Augusta uit zouden komen, maar op de planning stond tevens een bezoek aan Big W (voor een 20 liter diesel jerrycan) en Woolies (voor de nodige boodschappen). Geen jerrycan maar wel een extra strandhengel met toebehoren en doordat alles langer duurde dan we hadden ingecalculeerd was een gratis plekkie niet meer haalbaar en zijn we dus geëindigd bij die dure (maar top) Big 4 camping (zie blog eerder).

Vrijdag waren we er al vroeg uit want op de planning stond dat we (alleen de heren) naar het splash water fun park zouden gaan en dat moest voor 10 uur gebeuren! Na een ontbijtje en alles weer geloosd en gevuld te hebben gingen we naar de waterspeeltuin. Hilarisch! Net 14 graden en terwijl alle andere camping gasten hun dikke winterjas aan hadden renden wij in onze zwembroek door het koude water met af en toe een onverwachte plens water uit zo’n hoge bak die, nadat ie gevuld is, omkiepert ;). Ff  snel een warme douche en hup de weg op. Nu we toch nog in Adelaide waren ff de Navman geraadpleegd voor een Bunnings Warehouse (soort Hornbach) voor een jerrycan. Geeft dat ding aan dat het nog 5,6 km rijden is en wij op de volgende kruising links af moesten voor… Bunnings Warehouse ???!! Handig hoor zo’n Navman :). Dus ff snel zo’n ding gekocht en gelijk een leuk souvenirtje voor de buurt (lekkerrrrr voor achter in de poort als het straks 30 graden is!). En daarna snel de weg weer op en als een speer die kaarsrechte weg afrijden naar Port Augusta. Ondanks de rechte weg en de regen, is het uitzicht van het begin van het gebergte waar de Flinders Ranges NP bij hoort, geweldig. Net voor Port Augusta reden we langs het plaatsje Port Germein. En omdat zij beweren daar de langste houten steiger van het zuidelijk halfrond te hebben en het weer opklaarde en wij toch in de buurt waren, moesten wij dat maar eens zelf bekijken. Helaas trok daar de hemel weer zwart dicht en begon het weer hard te regenen. Omdat de eerstvolgende gratis slaapplek nog wel een uurtje rijden was, zijn we zonder gedane zaken weer de weg op gegaan. Echter na 20 km zagen we diverse caravans staan op een rest area die officieel alleen voor dagrecreatie bestemd is. En ja… als de Ozzies daar aan het einde van de middag nog staan dan mogen wij daar (na 280 km) ook wel een nachtje blijven, toch? 🙂 Vaak zijn die rust plekken langs de weg top slaapplekkies, alleen kun je wel eens last hebben van die roadtrains (zeer lange vrachtwagens) die voorbij razen en bij deze Mambray Creek Rest Area hadden we het geluk dat er ook een spoorrails aan onze andere kant bevond waar die avond slechts twee 80+ wagons lange trein voorbij tufte. Het klinkt misschien allemaal niet ideaal, maar het heeft wel wat :). Rechts van ons zagen we van die coca cola Christmas Trucks voorbij racen en links van ons hoorden we de trein boemelen.

De volgende morgen zijn we teruggereden naar Port Germain waar we alsnog die 1,26km houten jetty hebben ‘bedwongen’ om daarna als een speer via Quorn (waar we de Pichi Richi stoomtrein nog hebben gezien) te eindigen in Wilpena Pound. De prijs van de diesel is onderweg al gestegen naar $1,747 per liter.

Op de campground van Wilpena Pound Resort hebben we een mooi plekkie bemachtigd naast een vuurplekje met bakplaat. Het eerste wat Ian zei was: “Vanavond wil ik fikkie steken en BBQ-en op deze plaat”. Grapjas. Maar ja, we hadden inkopen gedaan in Adelaide dus vlees hadden we al, alleen geen hout meer… En omdat we een unpowered site hadden genomen scheelde ons dat $8 dollar en omdat we Ian weer 5 jaar hadden gemaakt, scheelde ons dat nog eens $10,- En omdat we het wel een leuk idee vonden, hebben we Ian belooft dit morgen te doen. Om het hout probleem op te lossen, hebben de boys (met onze nieuwe handschoenen gekocht bij Bunnings Warehouse) tijdens de schemering (met waka waka lamp) alle bestaande vuurplekken op het terrein afgeschuimd naar houtjes en kooltjes die eerdere vakantiegangers hadden achtergelaten.

Vandaag waren we er niet al te vroeg uit ivm een onderbreking in de nacht (Ian heeft last van groeistuipjes in zijn benen) en omdat het berekoud was (6,5 graden). Maar de zon scheen al lekker en na een ontbijtje zijn we de Wangara Lookout track gaan doen. Niet zo’n hele moeilijke hike, maar omdat we bijna bij elk bordje hebben stil gestaan, we heerlijk hebben genoten van “The Pound” en we op de 2de lookout in gesprek kwamen met 4 andere Ozzie reizigers (waaronder een headmaster; “families that play together stay together”) hebben we toch nog 5 uur over deze 8 km gedaan.

Bij onze hut (zo noemen we onze camper) aangekomen moest het vuur aan! Natuurlijk had ik nog (aanmaak) houtjes en 2 stammetjes achtergehouden, maar voor de zekerheid hebben we nog een zak (met 15 blokken) red wood gekocht; precies $18,-

Het fikkie was top, maar de BBQ was zelfs beter!!!  Van het gekochte hout hebben we uiteindelijk slechts 2 blokjes gebruikt. Top hout dat red wood, het brand rustig en het is bloody hot!

Morgen gaan we nog enkele lookouts bekijken in het onderste gedeelte van de Finders Ranges NP waar we nu zijn en gaan we via een 29 km dirt road weer terug naar Port Augusta. En dan zijn er enkele lange rijdagen in zicht 🙁

Weltrusten.

<foto’s komen later>

Vannacht stormde het voor ons gevoel en ook vanochtend (en de rest van de dag) stond er een hele harde wind. Maar ondanks deze wind en de bewolking (met hier een gaatje met zon en daar een donkere wolk met lichte regen) was het een TOP dag!.

Na een kort bezoekje aan het Visitors Center, het legen van de wc en gray water (en nee, we hebben nu niet het fresh water bijgevuld want dat stonk net zo erg naar chloor als zwembad De Zwoer) en een kort bezoekje aan de Wilpena Solar Power Station (precies 16 jaar geleden toen de grootste zonnecollector centrale van Ozzie) zijn we hoger het NP ingereden om uiteindelijk via de bovenkant het NP weer te verlaten, terug richting Port Augusta.

Dit laatste stuk is dus een unsealed road (onverharde weg) die volgens de kaarten ook geschikt is voor 2WD voertuigen. Vanaf het begin tot het einde van deze dirt road staan er informatie borden langs de weg die uitleggen wat voor gesteente we zien en hoe oud deze zijn. De weg (en dus het gesteente waarop we rijden) begint 650 miljoen jaar geleden en aan het einde van de weg eindigt het gesteente rond 525 miljoen jaar!
Is het eerste gedeelte inderdaad de verwachte 2WD dirt weg die we ook al eerder in bijv Karijini NP ( vorige vakantie) hebben gehad met mooie uitzichten, de andere helft is eigenlijk meer een 4WD maar tevens spectaculair mooi!! Wij begrijpen goed waarom al die Ozzies van die grote 4WD hebben! Dat willen wij ook!!.

Het laatste gedeelte gaat  nl. door de Brachina Gorge waarbij de weg diverse keren de Brachina Creek passeert, maar deze (gelukkig) droge Creek ook gebruikt wordt als weg?! Dit zijn de plekken waarom wij van Australië houden. Onbeschrijfelijk mooi! Hier zie je wat water de natuur kan aandoen en dat het alles verwoestend kan zijn., maar tegelijkertijd de mooiste geologische gronden blootlegt. Het was zelfs druk op de track.

Direct nadat de NP grens bereikt is rij je uit deze Brachina Creek/Gorge en moet je voordat je op de geasfalteerde weg bent eerst nog een 11 km (wasbord) dirt road rijden over een inmens grote vlakte, met de bergen achterlatend in je spiegel. Toppie!.

We maken zoveel mee elke dag en we merken dat Tim echt alles opslaat. Probleem is echter dat hij alles wil onthouden en beschrijven wat natuurlijk lastig is, want waar moet je beginnen. Vanmiddag had hij daardoor even een dip, maar kwam daar goed uit door zomaar ineens een hele mooie goanna te tekenen met Aboriginal invloeden. Vanochtend kwamen we nl heel kort in gesprek met Peter (een Aboriginal) die in het Visitors Center voor een Amerikaanse groep reizigers on the fly tekeningen in hun dagboeken aan het tekenen was. En Tim heeft van deze korte ontmoeting een dagboek moment gemaakt. Timmie Topper!

Morgen gaan we proberen 550 km te rijden. We slapen nu zo’n 20 km van Quorn en 20 km van Port Augusta en we willen eindigen bij Ceduna… Big $ here we come!

 

Tja en hier zitten we dan op de Big 4 in Ceduna. De weg naar Ceduna is 1 lange bijna rechte heuvelige weg waarbij de het eerste dorpje dat we tegen kwamen eigenlijk geen echt dorpje was maar een ijzererts mijn of eigenlijk moet ik zeggen een ijzererts berg. Ze zijn daar gewoon een hele berg aan het weghalen?! 100 Km verder heb je dan het dorpje Kimba en vanaf daar tot ongeveer 300 km verderop rij je alleen maar door de graanschuur van Zuid Australië. Zo ver je oog reikt zie je alleen maar net gezaaide en opgekomen graanvelden met om de +/- 30 km een aantal hele grote opslag silo’s waar een aantal huisjes om heen staan zodat het ook weer met plaatsnaam in de atlas mag staan. Ondanks dat het met name de eerste helft van de rit heel hard waaide en regende was het alles behalve een vermoeiende rit waarbij we heel wat handjes en vingertjes hebben gegeven aan onze tegenliggers  (dat is nl gebruikelijk in remote Australia)

Ceduna aan de kust bestaat niet meer uit diverse pompstations en heel veel campings. Het is echt een overgangsdorpje tussen de West Australië – Nullarbor – en Zuid Australië. De Big 4 is schoon, maar verder niet veel soeps. Er is helemaal niets voor de kids en aam de 50 MB gratis download hebben ze ook al niets want die hebben wij al gebruikt om alle leuke reacties van jullie binnen te halen! Morgen maar lekker vissen op de Jetty voordat we naar Fowlers Bay gaan (om ook weer te vissen vanaf de jetty en walvissen te spotten) en daar begint onze reis over de Nullarbor. Voordat we over 2 dagen West Australië in mogen, moeten we ontdaan zijn van al onze groenten, fruit, haardhout en zaden. Vanavond hebben we dus al heerlijke hutspot gemaakt (het is tenslotte winter hier) en de rest van de groeten, fruit, honing en haardhout moeten we daarvoor nog even opgemaakt hebben. Want weggooien vinden we zonde. Dit wordt alweer de 3de keer dat we deze reis ons eten moeten ‘opmaken’.

1)      Van Tassie naar Victoria (Melbourne)
2)      Van Victoria nar Zuid Australië en nu
3)      Van Zuid Australië naar West Australië

Doei doei
Oh ja de foto’s komen eraan hoor! Ik weet alleen nog niet wanneer….

Shorts

Vanuit Australie wensen wij jullie allemaal een happy summer holiday.
Hier in Ozz is het winter en dat vieren wij met 16 dagen aan het strand, Kurrajong – Cape Range NP.

Hieronder nog enkele foto’s die op mijn telefoon stonden.

superpit, Kalgoorlie

we missen jullie. tot na de vakantie!

piromaantjes

een ochtend fikkie aangekregen zonder lucifer

gewoon een mooie boom op een mooi gratizzz plekkie

echt handig zo’n 12-240 volt power inverter (en tondeuse)

deze nieuwe ‘vriend’ zat eerst op Ian’s hand en toen in eens op mijn been. daarom mist het ws een pootje

mister pie &

mister wrapper

onze band uit de bush

handsome fellow

Puffing Billy – Sovereign Hill – The Grampians NP

We hadden eergisteren bij het vuur al gehoord, dat elke zondagmorgen van 08:00 tot 13:00  er achter de campingplaats een wekelijkse markt is van +/- 300 kraampjes en ze beginnen al rond 5 uur met opbouwen. Van dit opbouwen hebben wij niets gemerkt, maar toen wij rond 8 uur uit ons bed kwamen stond het er vol met kraampjes, auto’s en bezoekers!
Heerlijk zo’n markt met van alles en nog wat; een combinatie van Beverwijk/Cuijk en de jaarmarkt in 3bergen. Lia was helemaal in haar nopjes. Ian heeft wat autootjes gekocht van zijn eigen geld en wij hebben een leuk boek van Less Hiddins gekocht; wie kent de enige echte ‘Bush Tucker man’ niet!? Leuk detail was dat we echte Nederlanders gezien hebben die ‘Dutch Poffertjes’ verkochten! Nee, het was nog te vroeg om te proeven en we hadden al een warm met jam gevulde donut genuttigd. Uiteindelijk zijn we – na onze nieuwe vakantie vrienden gedag gezegd te hebben – naar het oude Fish en Chips restaurant van (wie kent deze nog?) Rex Hunt (The fish kissing fisherman) in Melbourne gereden. Ondanks dat het lekker was en voor Lia en mij een stukje ‘nostalgie van 10 jaar geleden, zeiden we beide dat we dit maar niet meer moesten doen. Wat was, is geweest. We slapen nu in Creswick Regional Park.

Gisteren en vandaag (10 mei 2014) was het goldrush time @ Sovereign Hill, Ballarat.
Gisteren stonden we in de rij voor een entree kaartje en moesten ineens kiezen. Of een gewone familieticket voor $125 (- 10% kortingsbon uit ons Melbourne Hotel) of een goldpass van $207 (- 10% kortingsbon). De goldpass was incl. onbeperkt coach rides (à $17,-), toegang tot alle 3 de mijntoeren (à $20,-) en nogmaals 1 keer gratis entree binnen 12 maanden. Tja… uiteindelijk hebben we besloten om voor de normale entreeprijs te kiezen en als een van de 3 mijnen leuk zou zijn we deze eventueel apart te doen. Krijgen we bij het betalen te horen dat als we ons kaartje bij het postkantoor laten afstempelen we er morgen weer in mogen!?? En het ritje met de koets is maar 5 minuutjes…
Sovereign Hill is een echt goed opgezet openlucht museum voor een dorpje (Ballarat) dat ontstaan is rond een goudmijn. Binnen het park hebben ze een stroompje waar ze (na zeggen) elke dag voor $180,- / 4 gram aan 24crt goud instrooien.

$$$$ In onze ogen dus gelijk maar even wat gold panning!!

Het was een heerlijke zonnige dag en na een korte uitleg hebben we in 2 uur (volgens de boys) voor wel 100.000 euro aan goud gevonden. Het is echt leuk om te doen, zeker omdat je vaak (met wat geduld) wel wat (stof) goud vindt. Nu kun je in het park voor een dollar een klein flesje kopen om je gevonden goud in te doen, maar dit gaat wel allemaal van onze winst af dus dat hebben we niet gedaan, en maar goed ook want vandaag hebben we er eentje gevonden! Onze goud vondsten deden we professioneel in een water flesje 🙂
Gisteren hebben we 90% van het park bekeken en toch ook nog een mijntoertje gedaan. En omdat we het allemaal toch wel heel leuk vonden, en we toch nog meer goud wilde vinden, zijn we vandaag maar weer terug gegaan :). De buit was iets minder dan gisteren, maar het plezier was niet minder. Een heerlijke meat pie gegeten en uiteindelijk toch ook nog een souvenirtje gekocht (pins voor de boys en een eigen goud pannetje voor Lia…) en ook nog even het goud museum bezocht en gezien dat er nog steeds (met o.a. metaaldetectors) goed goud wordt gevonden in deze omgeving. Ook bij Slaty Creek campground waar we gisteren en afgelopen nacht geslapen hebben.
Slaty Creek campground was het dichtstbijzijnde (22 km) gratis slaapplekje bij Ballarat met slechts 3 km dirt road. Maar als je het slaapplekje benaderd via de ander kant van het park is het slechts 16 km, met minimaal 10 km dirt road die we overdag waarschijnlijk nooit gereden zouden hebben, maar nu het alweer donker werd/was was er eigenlijk geen andere optie meer. Tim bedankt ;). Standaard zit er een Navman bij deze camper en daar kun je routes kiezen als, de snelste, de kortste, de economische en de makkelijkste en Tim had voor de kortste gekozen. Uiteindelijk kwamen we er wel, ondanks dat Lia niet echt blij was met het ‘geslipper’ van de hut en we geen tijd meer hadden om net als gisteren een fikkie te steken. Vanochtend hebben we echter wel mooie houtjes meegenomen voor de volgende keer, alleen kunnen we ze niet echt kwijt en ligt het nu dus in een plastik vuilniszak in onze hut (hihi).

De jongens (en met name Ian) kunnen vanavond niet echt hun rust vinden.. Ze zien overal goudklompen in hun dromen (hihihi) We slapen vanavond bij een de Red Kangaroo Roadhouse, zo’n 50+ km voor de Grampians NP, onze volgende bestemming. Kunnen we daar weer eens een wasje doen. Onze onderbroeken zijn nl op. Lia heeft vanochtend al enkele met de hand gewassen en ik heb ze vanmiddag gedroogd met de voorruit blower 😛 We verzinnen terplekke een oplossing voor onze ‘probleempjes’
Was het in het bos de afgelopen 2 nachten muisstil, hier bij de Red Kangaroo Roadhouse horen we alleen maar roadtrains langs razen of een plekkie vinden naast ons. Ik ben benieuwd hoeveel er morgen uiteindelijk staan.

Toedeloe, het is weer tijd voor onze dagelijkse slaapie

De tijd vliegt voorbij. Het is alweer zaterdag 14 juni 2014 en nu slapen we bij Edenhope North Rest Area, alleen is het niet echt een rest area. Het staat nergens aangegeven en volgens de dame bij de benzinepomp in Edenhope is het bij Colins Lake. En daar staan we dus nu op de enige zandweg… De afgelopen dagen hebben we 3 nachten geslapen op dezelfde camping als 10 jaar geleden. Toen verbaasden we ons over de hoeveelheid open vuren die men daar in het bossige omgeving ontstoken en nu? Het is 2 jaar geleden overgenomen door een Ozzie en Dutchy paar en dat kun je wel merken. Alles netjes keurig en strak. Je kunt nog steeds fikkie steken, maar dan in een gehuurde oliedrum met toebehoren zodat het gras niet verbrand. Meer groene plekjes nieuwe ameneties en een hout verwarmd zwembad!!! Wat is dat heerlijk, 33 graden. Daar hebben we dus elke avond voor het avond eten 1-2 uur in gezeten en waterkanonnengevecht gehouden (er waren toch geen andere gasten). De dag dat we in de Grampians aankwamen hebben we gelijk 3 lookouts bekeken (info hadden we ontvangen van de oud politieman in Ararat, Visitor Centre) en ondanks dat de bewolking laag in de bergtoppen hing waren deze (Boroka, Reed en The Balconie) lookouts toch de moeite waard! De eerste volle dag wilden we de hike naar de Pinnacle lookout doen. Maar de bewolking hing nog lager en er kwam nattigheid uit. Dus een mooi moment om weer eens schoolwerk op te pakken. De goede inspanningen van beide heren werden beloond met 2 zakjes vogelvoer voor 2 dollar. Ze (en wij :)) hebben zich kostelijk vermaakt (zie foto’s). Aan het einde van de dag toch nog even de dam bekeken waar deze camping pal achterstaat en ook nog even het ‘dorpje’ Halls Gap in geweest voor.…vogelzaad (dat ze helaas niet hadden). En de dag afgesloten met een duik in het zwembad.
Gisteren hebben we dan toch de hike naar de Pinnacle gedaan, nadat we nog 1 extra nacht (de 3de) bijgeboekt hebben en Tim en Ian weer vogelzaad hebben gehaald. Nu met Dutch discount. three for 2 dollar (hihhihihi). Dus voeren, school, hike, zwembad, slapen). Vandaag was Ian er al heel vroeg uit. Vogels voeren!!!! We hadden nog 1 zakje over, maar dat is natuurlijk niet genoeg als je met zijn tweeën bent. Dus als huiswerk… 2 dollar en Dutch discount vragen. En… natuurlijk gewoon met 3 zakjes terug komen 🙂

Naast het feit dat Tim zijn Donald Duck boekje met een stukje tekst aan de receptie heeft afgegeven voor de Dutch lady en de Belgische jongen die daar al 2 jaar werkte, hebben we ook nog een kleine aandenken achtergelaten in de rechter onderhoek op de voorruit van de receptie: Hup Holland Hup! J
De wedstrijd tegen de Spanjaarden was hier om 4:30 ‘s nachts, maar we kregen van opa om 7:15 de uitslag; 5-1 voor Nederland!!!!

Morgen gaan we naar Naracoorte. De rit naar waar we nu staan, ging door het bovenste deel van de Grampians dat afgelopen januari door bosbrand was verwoest. Jemig wat een (op eerste gezicht) troosteloze zwart geblakerde uitzicht. Maar als je goed kijkt dan zie je ineens allemaal weer nieuwe verse groene scheuten uit die zwarte bast komen. De bomen zien er niet uit na zo’n brand, maar vinden het eigenlijk helemaal niet erg. Het is zelfs van levensbelang dat ze eens in de zoveel tijd vlam vatten. Zo krijgen ze weer licht, voeding en worden sommige zaden geactiveerd. Ze zijn er op gemaakt om vlam te vatten. De buitenste bast brand hevig heet, maar kort en daaronder zit hun ‘eigenlijke levens bast’. De enige mensen waarvoor het vreselijk is zijn die (volgens de oud politieman) 22 waarvan hun huis in vlammen opging…..
Verder hebben we de kortste route genomen (dankzij de Navman) en die ging door 100+ kilometers aan gras (waar het gras dezelfde kleur en soms ook hoogte heeft als de schapen) en agrarisch landschap. Heerlijk rijden met maar 2 tegenliggers.

Oja, in een van die ‘akkers’ zagen we ineens een heel kampement. Bleken daar gewoon hele dikke grote scharrel varkens te wonen?!  Geweldig!!! Ruimte zat hier!

Mt Field NP – Tahuna Airwalk – Tasman Peninsula – Hobart – deel 2

Het vervolg van die voortand…

Na toch een redelijke nacht voor Ian, hebben we die ochtend in het Mt  Field NP eerst nog de Tall Tree walk gedaan voordat we naar ons volgende doel zijn gereden; Cadbury!. Cadbury is de Willy Wonka Chocofabriek van Australië, althans 10 jaar geleden. Toen wij 10 jaar geleden daar een rondleiding kregen liep je gewoon door de gehele fabriek en kreeg je chocola, net zoveel als je kon eten en dragen!. 5 jaar geleden in New Zealand was er alleen nog een soort van museumachtig iets en nu hier… hier was het niets meer dan een video 🙁

Kinderen zijn gratis en de volwassenen moeten $4,- betalen voor deze video en 4 gratis samples. Dan rest alleen nog de ‘outlet’ store. Tja en dan, dan gaan we los!! Alles voor een koopje. Een walhalla voor jong en oud. En omdat ik daar net Ian’s voortand eruit had getrokken moest er natuur wel het een en ander getroost worden. En tenslotte hebben we nog wel wat maandjes te gaan, dus dat komt wel op 🙂

Na de eerste desillusie, veroorzaakt door de gezondheidsinspectie van Ozzie (kinderen zouden te dik worden van al dat gratis chocola en het is veel te gevaarlijk al die bezoekers op de werkvloer) naar het lekkere gevoel van al dat ingeslagen chocola, zijn we weer richting het zuiden gereden waar we de eerste week al naar toe geweest waren. Nu was het doel niet Ida Bay Railway of de Hasting Caves, maar Tahuna Air walk. Het regende goed en het was al bijna donker toen we aankwamen op ons gratis stekkie midden in het bos (Arve Picnic Campground). Echt een geweldig plek maar later bleek ook een beestachtig plek.

Die nacht heeft Lia mij 3 keer wakker gemaakt omdat ze ‘geknaag’ hoorde in de hut. Natuurlijk hoorde ik het ook duidelijk en nadat ik het buiten traptreetje (automatisch) naar binnen en buiten en weer naar binnen had geklapt was het weg. Echter kwam het knagend geluid later weer terug. Zat het achter de koelkast? In de aanrecht kastjes? Onder de bank. Ik heb alles open gehad en overhoop gehaald, maar geen beest te bekennen. “Het zal wel ergens buiten aan de hut knagen. Ga toch slapen. Ik word er zo moe van :). Morgenochtend is er weer een dag.”

De laatste dag bij het inpakken van onze koffers en dus bij het uitruimen van de camper… was daar het bewijs. Er heeft wel degelijk een beest in de kastjes gezeten… het heeft poep sporen achter gelaten achter de kastjes en heeft zijn tand afdrukken in het schuursponsje gezet en de vuilniszakkenrol aangevallen (daarom zat er ineens een gat in alle vuilniszakken).

Ondanks dat we de volgende dag allemaal een beetje prikkelig waren van de korte nacht was de Tahuna Airwalk TOP!. Na eerst zelf een walk gedaan te hebben, hebben we (met geluk) aansluiting kunnen vinden bij een gratis guided tour over de Tahuna Airwalk. Tim onze guide was echt goed en speelde goed in op de groep (wij en nog een familie). Het eerste waar hij ons voor waarschuwde was dat we op het pad moesten blijven en bladeren moesten vermijden. Op het pad ivm bloedzuigers die in het gras zitten en terstond had Tim de gids er eentje op zijn been zitten (dezelfde die Lia een paar dagen eerder op haar schoen zag zitten). En in de bladeren zaten teken. Oh ja, als er toch zo’n bloedzuiger op je zit dan laat hij vanzelf los als hij genoeg bloed heeft gedronken. PS de bloedzuiger op zijn been was slechts de kleine gewone, er zijn ook Tiger Leaches (tijger bloedzuigers) in het bos… En toen vertelde hij ook nog even over die kleine gaatjes die her en der in de grond te zien waren.

We hadden deze gaatjes al eerder en vaker gezien tijdens onze walks. Wij dachten dat het gaten waren die veroorzaakt werden door de hike stokken die sommige mensen gebruiken. Blijkt het, het holletje van de Tasmanian Funnel Web Spider te zijn! Dit spinnetje is een kleine neefje van de veel grotere Sydney Funnel Web Spider, maar hij is wel veel sneller, giftiger en kan zijn giftanden met gemak door jou nagel boren… En bedankt gids Tim. Nu liepen we helemaal ‘op ons gemak’ door het bos.

Tim de gids vertelde verder dat verschillende eucalyptus bomen gif produceren bij hun onderstam en dat de zaden vuur nodig hebben om te kunnen ontkiemen. En dat het soms wel 30 jaar of langer duurt voordat de zaden in de hoge bomen de 60 graden voelen van het vuur dat veroorzaakt wordt door het losse en afgevallen barst om de boom. Vuur is essentieel voor het voortbestaan van het gehele ecosysteem. Iets dat de Aboriginals wisten en waar de huidige mens nu pas bewust van wordt. De arme grond heeft zo nu en dan gewoon nieuwe voedingstoffen nodig die vrijkomen tijdens die bosbranden. Omdat er in Tasmanië en sommige delen van Australië geen ongedierte is dat ervoor zorgt dat dode bomen opgeruimd worden (zoals dat bij ons in het bos het geval is) kan het soms wel meer dan 50 jaar duren voordat een boom vervalt tot compost. Alleen fungus (paddenstoelen) kan dit proces versnellen. Dit is dus ook waarom er her en der nog hele complete (dode) bomen in het bos of weiland staan.

Na nog een laatste hike die over 2 lange swingbruggen ging zorgde het knaaggeluid van vannacht er voor dat we niet meer in het bos bleven slapen, maar we alvast terug gingen richting Hobart.

De volgende dag was het een perfecte zonnige dag en zijn we via een hele koude en regenachtige lookout op Mount Wellington (waar je perfect Hobart van bovenaf zou kunnen zien) doorgereden naar het Tasmanian Devil Conservation Park op de Tasman Peninsula. 10 Jaar geleden waren wij ook bij dit park geweest en…. er was niet zo veel veranderd. Toen al zeiden we tegen elkaar dat het park wel potentie had en dat kan het nog steeds hebben. De boys vonden het in ieder geval geweldig! Met name (het voeren van) de tamme walibies en kangoeroes en de vogelshow waren onvergetelijk.

De een na laatste dag hebben we nog ‘even’ alle culturele en natuurlijke bezienswaardigheden bezocht en bekeken die op dit schiereiland te bezichtigen zijn. Alleen Port Arthur (waar alle Engelse misdadigers naartoe werden gezonden) hebben we overgeslagen. Die moeten Tim en Ian zelf maar een ander keertje bezoeken.

Vanuit Nederland mag je 30 kg per persoon bagage meenemen omdat het een internationale vlucht betreft, echter de vlucht vanuit Melbourne naar Hobart (en visa versa) is een nationale vlucht en dan mag je maar 20 kg per persoon als bagage hebben. Ook mag een koffer niet zwaarder zijn dan 30 kg. Wij hebben 3 koffers die we thuis goed konden wegen en in elk zat zo’n 29 kg, incl. onze winterjassen. Door alle kleding eruit te halen die we nodig hadden tijdens onze dagen in Melbourne (incl onze winterkleding) en deze als handbagage mee te nemen konden we beneden de 80 kg blijven verdeeld onder de 3 koffers.

Onze laatste dag op Tassie hebben we besteed aan wassen en drogen van kleding, inruimen koffers, afscheid nemen van alles wat de boys hadden verzameld, maar wat niet met het vliegtuig mee mocht/kon, laatste restjes eten en drinken opgemaakt (want weggooien vinden we zonde) en natuurlijk wat schoolwerk nu we weer onbeperkt internet hadden. Toen hoorden we ook dat mijn jeugdidool Wubbo Okkels is overleden.

De reis naar de het vaste land ging zonder slag of stoot en het was weer de eerste keer dat we met zijn allen op de bank hangend kassie aan het kijken waren.

Het appartement is (naast de airco die af en toe automatisch aanslaat) geweldig!

(Op dit moment, 27 juni, staan we heftig te schudden op een parkeerplek zo’n 13 KM voor de West Australische grens) op de Nullarbor en de wc is weer bijna vol…. Trusten)