Author Archives: Familie Goes

Stel ons een vraag

Als je voor ons een vraag hebt, dan kun je die aan ons stellen door een reactie achter te laten.
Als we dan weer eens internet hebben, dan proberen we de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Home – Thuis

Fantastisch om alles weer te lezen!
Alle details komen een voor een terug.
Straks ga ik nog wat foto’s uitzoeken.
Dat wordt helemaal een brainstreling!
Met Diederlies en Daphne & Isis clickt het zo goed dat we al diverse keren bij elkaar zijn geweest en zelf een keertje in Kampen hebben gelogeerd!
Volgend jaar (nog maar 3 dagen te gaan) komen ze bij ons een slaapje doen.
Na ons terugkomst zijn we eigenlijk heel snel weer in een druk ritme terecht gekomen.
Terwijl Lia weer bij Sparrenheide ging werken mocht Tim naar ‘de grote school’ terwijl Ian gelukkig nog even thuis mocht blijven.
Ik dacht nog lekker het hele huis te kunnen op schilderen tijdens mijn werkeloosheidsperiose, maar dankzij David van Heusden zit ik alweer meer dan een jaar bij Westbury in Loosdrecht!
Ondanks dit drukke leven genieten we ook hier weer intens van.
LIFE IS GOOD!
Iedereen die ons gevolgd heeft, bedankt en … wie weet tot de volgende wereldvakantie !!
John, Lia, Tim Stuart & Ian Stewart
Kurrajong campground 2-small

Ellendale Pool – Perth (home)

Het is alweer avond; 17 juni. Het lijk wel of de tijd steeds sneller gaat. Nu gaat de zon hier al om 17:30 onder en is het om 18:00 pikkie donker. En wij kunnen nu weer iets moeilijker uit bed komen ivm de kou. We hebben vanochtend weer ons kacheltje (lees: gaspitjes) aan gehad; yeap het is hier echt winter. En we zijn al weer een beetje met de terugreis bezig. Eergisteren hebben we voor de laatste keer grote inkoop gedaan en vanaf nu mogen we geen nieuwe etenswaren meer kopen (buiten brood, melk, o.i.d.) en zijn we genoodzaakt alles wat we nog hebben op te maken. Nog geen 200 km en we zijn weer in Perth.

Na onze overnachting in Ellendale Pool (een soort dagrecreatie zoals wij ze in NL kennen, maar dan is hier een overnachting geoorloofd) zijn we naar Coalseam Conservation Park gereden. Hier is de aller eerste ‘steen’kool van West Australië gevonden. Uiteindelijk bleek de hoeveelheid te weinig en de kwaliteit te slecht, maar het is een mooi en heel rustig park.

Tijdens onze vakantie mag Tim (onder mijn toezicht) de camper op de campings besturen. De laatste dagen (en ook in Cape Range NP / Exmouth) waren dat voornamelijk dirt roads (niet geasfalteerde wegen). Sinds Ellendale Pool neemt hij al aan dat als het een dirt road is het voor hen stuurtijd is :). Dus ook in Coalseam CP heeft hij alle dirt roads gehad. Het reistijd tussen de verschillende park onderdelen duurt hierdoor dan ook wat langer en we hebben dan ook in dit park overnacht. In dit park staat geen stalen bus met enveloppen waar je op eerlijkheidsbasis het overnachtinggeld moet in doen, maar zou deze opgehaald worden door de ranger. Die hebben we echter niet gezien dus dat was weer een goedkoop nachtje (anders wel 12,- hele dollars).

Zulke parken doet gewoon pijn aan je oren. Je hoort echt helemaal niets! Alleen af en toe de wind en de vogeltjes. !!! AWESOME / GEWELDIG !!!

Even voor Geraldton lijkt het of je opnieuw (net als in de omgeving van Newman en Karijini NP) op de oude bodem van de zee rijdt. Overal zie je oude kliffen van wat ooit eens de kust lijn moet zijn geweest. We rijden op/in het Victoria Plateau. Dit gebied was in het hele verre verleden inderdaad onderdeel van de zeebodem en door water daling en grondstijging in combinatie met erosie heeft het op sommige plaatsen een dramatisch (mooi) landschap gecreëerd. Het merendeel van dit Plateau heeft een zeer vruchtbare (rode) grond en is daarom uitermate geschikt voor landbouw gewassen als diverse graansoorten (we zitten weer aan de bovenkant van de Wheatbelt regio). We slapen nu op een camping van de shire (gemeente/buurdschap) van Moora. Kosten voor een powersite is hiet $21,- inclusief gratis wassen en drogen. En het is voor het eerst hier in Australië een wasmachine die op heet kan wassen! Gemiddeld kost een wasje $3,- en een droger ook $3,- . Lia doet 2 wasjese ne droogjes). Morgen weer naar New Norcia (voor een vers donker gebakken klooster vruchten brood) en via Bindoon naar Perth. Lia heeft echter alweer 2 hikes ingepland van +/- 2 uur stuk om het ‘Perth’ moment zolang mogelijk uit te stellen :).
Eenmaal in Perth hebben we ook deze laatste week alweer helemaal ingeplant.

Er is hier in (WA en) Perth nog genoeg te doen!

Aangekomen in New Norcia hebben we na het kopen van een fruit brood heerlijk in het zonnetje op het terras van het oude hotel een cuppa genuttigd. En een sixpack abdijbier van 7 procent gekocht waarvan ik nu (22 juni) de laatste aan het opdrinken ben.

Nog voor Bindoon gaat het zo hard regenen dat de riten wissers het niet meer voor kunnen werken. Dus geen hikes meer, maar direct naar Perth. Als we al een tijdje op de camping staan (het is weer droog) komt er nog een KEA Camper aan. Het blijken ook Dutchies te zijn. Diederik en Annelies met hun kinderen hebben er net 5 weken opzitten en (vanuit Melbourne naar Darwin en dan naar NZ en weer naar Cairns) hebben nog… 4 maanden tegoed! Ze zijn goed bezig!! Daphne van bijna 4 en Isis van bijna 2 zijn de perfecte speelmaatjes voor Tim en Ian. Het klikt meteen. De volgende dag zijn we (omdat het nog steeds knipperlicht regent) met z’n alleen wezen zwemen. Na wat kampeerspullen ruil (gasfles, glaswerk tafel elektrakabel , e.d.) en verschillende reistips zijn ze gisteren weer verder gegaan. We hebben 3 heerlijke avonden gehad in hun camper en de kids vonden het allen jammer dat elkaars vakantiewegen weer de andere kant op gingen. Gisteren hebben we een cuppa gedaan bij Sue en Ivan en donderdag zijn we bij ze uitgenodigd voor een echte Ozzie lunch. En vandaag hebben we zonder een enkele regen druppel (het was gewoon weer lekker) de Perth Zoo bezocht. Een klein, maar leuk dierentuintje.

Exmouth – Ellendale Pool

9 juni. We staan nu op een 24 uur site langs de North West Coastal Hwy (uit ons ‘Gratis kamperen in Noord WA’ boekje). Vanochtend zijn we vroeg vertrokken richting Kalbarri (678 km zuidelijk), en de 512 km naar de ‘Nerren Nerren Rest Area’ is eigenlijk 1 rechte weg. Tot aan de ‘Wooramle Roadhouse’ is het echte een vlak landschap, en na deze fuel stop zijn er ineens een aantal ‘heuvels die ook ineens weer weg zijn. Op een van deze hevels is een magnifiek look-out gevestigd (zie foto). Daarna wordt de omgeving een beetje glooiend en kun je af en toe de route van de weg weer overzien; en die is… recht 🙂

We hebben voor Nerren Nerren als slaapplaats gekozen omdat een aantal bezienswaardigheden van Kalbarri NP aan het begin van het park zit en we van de vorige keer nog weten dat we, als we eenmaal in het dorpje Kalbarri zijn (66 km diep het NP in), we niet meer terug gaan rijden. Morgen moeten we dus eerst nog even een goede 100 km rijden voordat Tim weer aan zijn hike verslaving geholpen kan worden.

Als je dan denk dat je in de middle of nowhere van de rust kunt genieten (roadtrains die langs rijden tellen niet mee) dan heb je het weer mis. Toen we laat aankwamen stonden er al een stuk of 8 caravans. En sinds de zon onder is horen we muziek uit de Golden Sixties; De zippers (mensen die een hartoperatie hebben ondergaan) / gray nomads (grijze nomaden trekken van zuid maar noord om de kou te ontvluchten en het warmere weer op te zoeken) hebben hier gewoon een feest! We hebben de ‘Never promise a rose garden” al voor de 5de keer gehoord :). Hier in Australië zijn er altijd mensen onderweg en je hoeft dus echt niet bang te zijn dat je nooit meer gevonden zult worden in geval van een probleem oid; gewoon bij je voertuig blijven en genieten van de omgeving; redding is nabij (van Frank en Buster – de Koala broertjes).

De eerste ochtend in Exmouth na ons National Park verblijf voelde een beetje benauwd aan; ontbijten terwijl je de buren naast je kunt zien (en ruiken). Voordat we weggingen uit het NP hebben we alles opgemaakt en gebakken, omdat onze koelkast helemaal was ontdooid. We zagen nu ook pas dat ie op maximaal stond (nooit echt goed gekeken om de kou binnen te houden). Dat was dus niet echt handig, maar we hebben het kunnen redden. De een na laatste dag hebben we nog een grote spin gezien. Hij zat in onze parasol die we al die dagen in de duinen hadden gepland (scheelt schouwen). We hadden er al de hele ochtend onder gezeten, maar doen de wind de parasol omklapte, zagen we een grote bruine spin lopen. Deze was banger voor ons dan wij voor hem, maar toch ook nog wel een halve pingpong bal groot.

De duik op de Navy Pier was…ok. Het blijkt dat ik mijn kamera goed gemaakt heb want er zat geen water aan de andere kant van de lens. De site zelf was leuk om de doen, maar zeker niet wereld schokkend. De ‘dagduik’ was al snel een donkere duik en de ‘nachtduik’ was heel erg troebel. Wel hele grote vissen (te grote van Tim) gezien en enkele rif haaien. Het mooie kleine spul is mij merendeel ontgaan, omdat de groep waar ik in zat voornamelijk naar de bodem zat te loeren ipv op de pijlers van de pier. In ieder geval weer een ervaring rijker.

De dag daarna hebben we nog een hengeltje voor Ian’s verjaardag gekocht, TOP vis en patat met 3 dikke milkshake gekocht (geweldig om Ian aan dat rietje te zien slurpen) en ‘ome’ Arie en ‘tante’ Dawn bezocht. Helaas was Dawn al een paar dagen ziek, en had ze ons bezoek al afgeblazen. Omdat we ons vertrek uit Exmouth (ivm Ian’s verjaardag) al definitief hadden gepland, hebben we ze toch nog even bezocht. Jammer dat het soms zo anders kan lopen dan gehoopt, maar het was toch heel gezellig en we waren blij elkaar toch nog even kort te zien.

Voordat we de 155 km naar Coral Bay afgelegd hebben we nog de Shothole Canyon Road (ik heen Tim terug) en de Charles Knife road gereden. Bij de 1ste rij je in het ravijn en bij de 2de rij je op de bergen (boven het ravijn). Alle twee met spectaculaire uitzichten en zeker die dirt road met hobbels en stof waard.

In Coral Bay hebben we 3 nachtjes geslapen. We hebben daar Ian’s verjaardag gevierd (en wat een verrassing, hij houd van dezelfde taartjes als Tim), een rustige luie dag gehad en ik heb daar 2 duiken gedaan incl. een snorkel met een Manta Ray. Ook daar bleef mijn kamera het gewoon doen; zelfs op 20 meter diepte. Ook hier was het duiken anders dan verwacht. De 1ste duik was buiten het rif en ik zat in een groep waarvan er 2 niet naar beneden kon komen?! De 2de duik was binnen het rif en daar heb je geweldige hard-koraal tuinen (ze noemen het niet voor niets Coral Bay), maar het vis leven vond ik echt tegen vallen. Dit hadden we al gezien tijdens de glasboden tour op Ian’s verjaardag. Bij ons Kurrajong strandje in Cape Range NP hadden we al het 100-voudige aan tropische visjes gezien.

13 Juni 2008. Morgen gaan we nog 1 keer naar het Pelikanen voeren.
Onze eerste dag in Kalbarri hebben we besteed in het ‘Kalbarri National Park’. Daar zijn net als in Karijini NP een aantal gorges te bezichtigen. Er zijn 2 ingangen waarvan de 1ste netjes geasfalteerd is en de 2de een dirt road is van 30 km heen en 40 km terug. Het was die dag al zwaar bewolkt en bij de ingang van de dirt road werd er al gewaarschuwd dat bij het minste of geringste regen de dirt road afgesloten zou worden. En dat was na het zien van de eerste kilometers ook wel duidelijk; water op de weg kan letterlijk nergens naartoe. Was de weg in Karijini rode en heel erg stoffig, in Kalbarri is deze geel en zijn het echte korrels. We hadden dus beduidend minder last van stof. Ook deze look-outs en hikes zijn de moeite waard om te bezoeken. Net als al die verbazende gezichten van 4WD-ers die ineens zo’n grote hut op wielen zien aankomen.

De eerste nacht en de ochtend daarna hoosde het dat het giet. Onze eerst verplichte binnen verblijf ochtend van onze vakantie. Dus niet eens zo slecht gedaan. Tim vind het ook niet erg (filmpjes!!) en verteld ons dan ook nog even dat het wel heel goed is voor de plantjes. ’s Middags was het alweer heerlijk weer. We hebben dus alleen niet de Pelikanen kunnen voeren. De 2de pelikanen voerdag heeft Tim meer geluk, hij mag een visje gooien! En ’s middags is ie in zijn nopjes omdat ie voor het eerst in zijn leven een echte vis(je) aan zijn hengel heeft.

Vandaag heeft ie zelfs dubbel geluk, 2 visjes mag ie gooien (alle 2 naar de meeuwen; die moeten toch ook eten?!). ’s Ochtends naar de Papagaaien park, s’ Middags weer vissen met top resultaat (gewoon kipfile vinden ze ook lekker) en heerlijk spelen in de speeltuin met de andere camping kinderen. Ben benieuwd of hij morgen 3 keer mag gooien 🙂

15 June. We overnachten nu op Ellendale Pool, slechts $5,- per voertuig. Niet omdat we bijna over ons budget zijn, maar gewoon weer eentje uit het boekje en het is op de route. Het is net onder Geraldton (brrrrrr, voor het eerst weer een rotonde, verkeerslichten en betalen voor het parkeren om boodschappen te mogen doen bij Woelies, brrrrrr) en ver van de ‘Brand Highway’ af. We zijn weer het binnenland ingegaan.

Gisteren was het onbewolkt en scheen de zon volop. De nachten zijn weer koud en het lijk wel of we weer in NZ zijn. Lia heeft vandaag zelfs een pyjama gekocht! En Tim denkt dat we na deze 2 weken weer terug gaan naar NZ (volgens mij heeft ie het daar wel leuk gehad). Maar hij wilt ook wel weer naar Nederland, naar opa en oma. Gisteren zijn we dus nog een dagje extra gebleven in Kabarri. Hij mocht die ochtend maar 1 visje gooien omdat er teveel kinderen waren, maar met vissen had hij op z’n eigen hengeltje ‘the catch of the day’; een King George Witing van 27 cm lang (net 1 cm te kort om ’m mee te mogen nemen).

Vanochtend was er ook een nieuwe vrijwilliger en die had 2 kg vis mee genomen voor… slechts 1 pelikaan! Er werd dus ruig uitgedeeld en gegooid, maar de pelikaan werd daar wat nerveus van en vertrok naar het water. Tim heeft daarna wat extra visjes in het gras gezocht en alsnog 7 keer de pelikaan gevoerd vanaf het strand. Geweldig om te zien hoe dat kleine lijfje strak staat van de spanning! Het blijkt dat (van horen zeggen, omdat we al 4 maanden bewust nieuws-loos zijn) het aardig heeft geregen in Centraal Australië. Hierdoor zijn een aantal meren volgestroomd met water waaronder het beroemde Lake Eyre. De pelikanen en andere vogels weten dat blijkbaar ook en vanuit heel Australië vliegen ze dan ook naar deze nieuwe vis en paar gronden. Dit gebeurd slecht een keer in de zoveel (10?) jaar! Kalbarri zal dus voorlopig pelikaan loos zijn.

Exmouth – Exmouth

1 juni 2009 ‘Foundation day WA’. We beginnen een beetje een triest gevoel te krijgen… we zijn pas 16 dagen in Cape Range NP en hebben nog maar 2 dagen te gaan voordat we weer verder gaan. Onze vakantie loopt snel ten einde :(. We vinden het hier echt heel erg leuk! Gewoon een bounty beach met koraal bombies e.d. voor je zandkasteel en elke avond een nieuwe aflevering van “The Milky Way”

Het is gewoon heel moeilijk om jezelf weer te pushen om verder te gaan (terug naar de drukke werkelijkheid). We weten nog dat we 2 jaar terug een benauwd gevoel kregen toen we na Cape Range NP en Kalbarri (na 2,5 maand) de eerste stoplichten in Geraldton (850 km lager) voor onze kiezen kregen. Ook het aanhebben van kleding en sokken zal wel weer ff wennen worden. Gelukkig weten we ook dat er “verderop” weer mooie dingen te zien zullen zijn en is onze vakantie nog niet helemaal afgelopen. Toch valt ons vertrek zwaar. Gelukkig hebben we alweer nieuwe plannen gemaakt.

Dus we hebben nog 2 volle dagen hier in ons park. Eigenlijk 1 want morgen gaan we voor de 2de keer verplicht een stukje rijden, omdat de koelkast het toch niet helemaal uithoudt zoals wij hadden verwacht/zouden willen. De koelkast kan ongeveer 1,5/2 dagen continu draaien en dan stopt ie er gewoon mee. In het begin waren we een beetje verrast en boos hierover (al het diepvries spul ontdooide), maar nu hebben we er mee leren leven. Het lijkt er op dat de zonnepanelen net niet genoeg stroom genereren om af en toe die ene piekbelasting om de koelkast op te starten, aan te kunnen. Ff de motor van de camper starten en dan doet de koelkast het weer. Ook een oud brood in de voorkant van de vriezer als isolatie (als ie ’s nachts eventueel uitgaat) helpt goed. En natuurlijk de juiste ontdooi planning hebben. Het blijkt dat als de motor 20 minuten heeft gedraaid de koelkast er weer een klein 4-8 uur tegen kan. Onze camping is generator vrij (we love the sound of nothing) dus om dan de auto te laten draaien… We hebben dan ook een tussen oplossing gevonden. Alleen als het nodig is: ’s ochtends alleen ff starten en ’s avonds een retourtje naar Bloodwood Creek look-out. Bloodwood Creek look-out is naast ons deur (enkeltje is 2.5 km) en als Tim rijdt doen we daar bijna 15 minuten over. Het is een verzamel plaats van skippy’s die in de nabijheid van de overblijfselen van de creek een kuil graven voor wat brak water. Na een dagje strand gaan we rond 4 uur naar de camper, rijden we naar Bloodwood Creek, hebben we daar T (het avondmaal) en kijken we op de look-out naar de skippy’s en de zonsondergang! Morgen gaan we ‘verplicht’ een kilometer of 50 rijden (snorkelen bij Lakesite, bellen en een ijsje eten bij het Cape Range Visitors Centre, en chip & dippen at Bloodwood Creek look-out), zodat we overmorgen (onze allerlaatste dag hier :() de gehele dag op ons strand kunnen blijven zonder dat we aan onze koelkast perikelen hoeven denken (wat dan ontdooid is kunnen we gewoon nog 1 dag in de koelkast goed houden)

Ja, we hebben vandaag weer nieuwe bewoners gezien van onze camping site (gemiddeld hebben de sites elke 2 dagen andere bewoners) en die hadden een stoere Ozzie sleurhut/vouwwagen met alles er op en er aan om in de bush te overleven. Zij zijn van de Oostkust naar deze Westkust gereden via de kortste weg. Dat willen wij ook!

Vanaf het begin dat we hier zijn hebben we af en toe last van bruin/rode kwallen met hele kleine tentakels en draden (komt vaker voor, eens in de zoveel jaar). Dan zijn ze er weer en de volgende dag zijn ze weer weg (wind draai regelmatig). Niet echt schokkend. Vandaag was het mistig (veel voeding) tijdens het snorkelen en helaas vol op zo’n bruine kwal gezwommen. Bietje pijnlijk op mijn kin, maar die octopus, grote Bluespine Uniconfish, en die blacktip reefshark (haai) en natuurlijk ook al die andere gekleurde vissen maakten deze prikkelige ontmoeten weer goed.

Er zwemt hier echt van alles. Een paar dagen geleden (met hoogtij) zagen we van het strand op 1 meter afstand een 1-1,5 meter lange shovelnose ray diverse malen voorbij zwemmen. Net als al die schilpaden en Bluespotted ribbontail rays. Geen dag is hetzelfde! Grappig, ik had hier de eerste snorkel dag al meer vis en koraal gezien dan de 2 duiken bij de Poor Knights Eilanden in NZ.

Om maar ‘een stok achter de deur’ van ons vertrek hier te hebben, ga ik 4 juni een middag- en een nacht- (om 18:00 is het hier donker) duik doen bij ‘The Navy Pier’. Deze Pier staat in de top 10 van wereld shore-duiken en moet een duik walhalla zijn. Het is een ‘strandduik’ wat meer mijn voorkeur heeft dan al die mooie plekken waar je eerst via een ruige boottocht naar toe moet. Na mijn ervaring naar de Poor Knights weet ik het zeker; ik ben een landrot!

Afgelopen zondag (toen jullie alleen een foto update kregen van NZ) kwamen we ‘tante’ Dawn tegen in de supermarkt. 2 Jaar terug kwamen we Dawn en Arie tegen voor een haircut van Tim en mij en ik ben toen met Arie (die met zijn NL ouders mee geëmigreerd is OZ doen hij 5 was) de dag daarna mee wezen zeevissen. Via email hebben we geprobeerd contact te gehouden, maar we hadden alleen hun P.O Box nummer en geen echt woonadres of telefoonnummer. Ze waren net enkele weken weggeweest en hadden wel hun mail geopend, maar hadden deze ook weer snel gesloten nadat het er meer dan 50 waren. Toeval of niet? Daar gaan we vrijdag 5 juni naar toe voor een cuppa en om elkaar weer even bij te praten.

Zondag 7 juni wordt Ian 1 jaar. We wilde dit eigenlijk vieren in Kalbarri, maar +800 km in 1 dag gaat niet lukken (de +650 rit van Tom Price naar Exmouth hebben we uiteindelijk ook in 2 dagen gedaan). Party place wordt nu Coral Bay. Is ook mooi en maar 155 km lager dan Exmouth en .. ’t heeft een versbakkerij met taartjes!!

Daarna gaan we in 2 dagen (met een gratis tussenstop op een authorised campsite) naar Kalbarri; weekie jetty (steiger) vissen. Het vissen aan ons strand wil niet zo lukken (bij niemand trouwens), iets dat niet heel erg is gezien het feit dat Tim voor het eerst in zijn leven een vishengel (werphengel) in zijn handen heeft. Hij kan er erg goed mee ingooien en heeft continue beet. Maar na 2 weken zeewier en kwallen te hebben gevangen verlangt hij naar een echte vis aan zijn hengel; Kalbarri zal ‘m hierin zeker helpen!

Wat hij wel heel goed kan vangen zijn krabbetjes. Op ons strand zijn er genoeg gaten die hij omtovert (met de hulp van pa & ma) tot heuse kuilen en elke ‘buurtbewoner’ (van zijn kasteel) wordt eerst netjes in zijn oranje emmertje gedeponeerd voordat deze weer zijn vrijheid krijgt. ‘t Is echt topsport! Lacheee!!

Restjes die we nog niet genoemd hebben:
  We hebben onze ‘mop-emmer’ die we gebruiken om het afvalwater te lozen gevuld met drinkwater. Terwijl ik nu aan het typen ben zit een grijze skip de bak leeg te drinken. De 2de dag toen we hier waren (en hoorde dat skippies dit doen, maar we mogen dit natuurlijk niet aanmoedigen) waren er twee aan het vechten om dat water. Het was toen midden in de nacht. Ik heb toen de zonsondergang (17:30), maan opkomst (01:00), Venus (??) opkomst (04:00) en de zonsopkomst (07:00) gezien; AWESOME !

Een van Tim’s bezigheid is ook de waslijn zo construeren dat er een ‘val’ voor de skippies ontstaat. Elke dag (in z’n pyjama of zwembroek) een andere opzet. En nu krijg ik van Lia een live verslag van een kleine grijze en een grote rood/bruine kangaroe die bonje maken om dat bakkie water. Ze snuiven als koeien en die kleine hopt moeiteloos over Tim’s val, terwijl die grote bijna over het touw struikelt en de stoel en de tafel (die Tim er aan vast heeft gemaakt, en wat wij niet wisten) omver trekt. Leuk, leuk. leuk! Btw kangaroe worstjes zijn goed te eten, maar Skippy vlees is in NL meer verkrijgbaar dan hier. Blijkbaar vinden die Ozzies dit vlees toch niet lekker genoeg. Elke keer als ik een toets intypt dan stopt die grote met drinken en staat gespitst rond te kijken (dat gaat dus nog wel ff uren…).

In Oz kun je echt bezuinigen op de overnachtingen. Als je durft (liefje, het zit tussen je oren) kun (en mag) je bijna overal gratis slapen. Op de gangbare rijroutes zijn er om de zoveel kilometer, 24 uur stops, speciale free-camping sites of small fee camping sites gemaakt met een longdrop en vuurplaatsen (je moet wel je eigen hout meenemen).

In NZ heeft Lia een lekkende, lekvrije tuitbeker gekocht voor Ian. Hij begreep niet dat ie er aan moest zuigen… Toen we Barra & patat & dikke milkshake gingen eten heb ik Ian in 1 minuut geleerd hoe hij uit een rietje moet drinken. Weg met die tuitbeker en lang leve de rietjes. Alleen moeten we nu eind van de week ook voor Ian een dikke milkshake kopen… 🙂

New Norcia vonden we echt een leuk en mooi (Benedictijnen) dorpje en daar hadden ze ook super vruchten brood te koop. Elke ochtend vers gebakken, propvol met allerlei vruchten en noten, dat het ons verbaasde dat er ook nog brood tussen zat (misschien gaan we op de terugweg nog ff langs voor nog zo’n broodje). Cue is gewoon echt een mooi voorbeeld van een goldtown spookstadje, van Yalgoo begrijp je niet waarom het nog bestaat; er is niets, Mt. Magnet heeft een mooie scenic drive, Newman als dorpje is niet veel, maar voor de super omgeving heb je gewoon echt een 4wd nodig en Meekatarra… dat moet je gewoon overslaan. Ja, tot waar we nu zijn, hebben we een top route gedaan!

In Nederland zijn we verwend met het aantal vleeswaren dat we hebben. Pas als je het een (lange) tijd niet heb gehad, ga je het weer waarderen en missen. Net als in NZ heeft OZ eigenlijk maar 3 soorten vleeswaren: kip/kalkoen, salami en … ham. Ham, ham en … ham. Allerlei soorten en alles 99,9% vet vrij.

Die kleine skip heeft de emmer met water omgegooid. Hij staat er een beetje beduusd bij te kijken. Das niet handig Skip!

Skippies springen altijd de verkeerde kant op; naar je auto toe.

Stilte is iets dat wij hier in Oz echt waarderen; dat hebben we in NL niet meer. Maar echte stilte -dus echt helemaal niets- hebben we alleen bij de Walga Rock en Kurrajong gehoord. Hier, op ons plekkie, horen we afhankelijk van de wind, alleen de wind of het neer denderen van de zee op het rif en dat is echt heerlijk om te horen! In alle andere gevallen hoor je alleen de vogeltjes en .. je hartslag. Op onze route naar hier hebben we (vooral ‘s nachts) veel bijgeluiden gehoord. Echter geen van alle storend; roadtrains langs de gehele Highway (die eruit zien als rijdende coca cola kerstmis trucks), heli en politie in Bindoon, in Cue Abbies die elke 14 dagen hun geld krijgen (en wij waren net die nacht daar dat ze daar lazarus met Gold FM zaten mee te zingen), Meekatarra hondengeblaf (geef dat baasje een lel!), Newman de jaarlijkse Speedrace, Tom Price de trein van 3 km lang en in Kurijini NP huilende dingo’s. Yeap, allemaal echte Ozzie geluiden!

Een van de dingen die mij een goed gevoel geven van zo’n lange reis als deze, is dat bij de voorbereidingen je een bepaald gevoel/verwachting van een stad, National Park e.d. heb gecreëerd. Pas als je er dan bent… verassing! Totaal anders dan je had gedacht. Da’s pas echt het goede reis gevoel! En elke keer als je die heuvel oprijdt of die bocht neemt… krijg je weer dat geweldige gevoel; de werkelijkheid te staven aan wat je in je gedachten hebt.

Een ander great feeling is dat je de jongens met de dag wijzer ziet worden en dat het al hele grote kereltjes zijn geworden. Gewoon naar hun kijken wat ze doen en zeggen, en hoe ze met elkaar omgaan is onbeschrijfelijk!

Tim is alweer 4 jaar, maar hij weet dat als iemand van de camping vraag hoe oud hij is, hij three years old (3 jaar oud) moet zeggen. Hier in Oz moet je bijna overal vanaf 4 jaar gaan betalen voor de camping. Tim heeft al begrepen dat met een leugentje om bestwil zijn spaarpot weer gevuld wordt 🙂

Roadtrains van 53,5 meter (op voor ons een B-weg) inhalen is echt spannend!

In Oz en NZ hebben ze alleen blikjes van 3,75 ml. En omdat het bier bijna allemaal maar 3,5% is kun je er dus meer van op voordat je echt dronken bent 🙂

I love stubbie holders.

Omdat de huizen hier bijna allemaal alleen begane grond zijn, zijn de huizen vaak te groot voor het perceel waardoor ze bijna geen tuin meer hebben en je dus scheet van de buren kunnen ruiken als ie over het hek heen waait.

De was krijgen we hier (na o.a. een bezoek aan Karijini NP) niet meer schoon (vaal rood). Een wasje doet gemiddeld 30 min en is bijna altijd met koud water. We zien er eigenlijk niet meer uit :), maar vooralsnog weigeren we om iets nieuws te kopen. Als we naar huis gaan deponeren we toch al onze kleren in de kliko.

Tinus, ze zijn bijna allemaal op. Nog ff en we moeten bij kopen…

Was in NZ de verkoop van alcohol in de supermarkt al helemaal ‘ingeburgerd’, hier in Oz hebben ze nog steeds drive-through bottleshops. Dat heeft toch wel wat!

Ze zijn hier gek van het verzamelen van aluminium (alleen in de staat South Australia hebben ze hiervoor een statiegeld systeem opgezet). Je ziet dan ook op de gekste plaatsen een grote bak van gaas staan helemaal gevuld met honderden lege blikjes. En het merkwaardigste (en gelijk ‘t mooie) daarvan is dat je er geen enkel vliegend insect ziet zitten/vliegen rond die bak met lege blikjes!

Skippies hoor je niet aankomen (ik schrok me het lazarus toen ik een foto van de Milky Way probeerde te maken en hij voor me stond), alleen het lebberen uit onze waterbak of als ze zoals gisteren, over Tim’s val struikelen en de tafel en stoel mee omver nemen, of zoals nu of als ze met z’n tweeën zijn; ze blazen naar elkaar toe als grazende koeien.

Elke vakantie kopen we wel iets nieuws dat we (denken) nodig te hebben. En elke vakantie is er wel iets dat eigenlijk niet aan onze verwachtingen voldoet. Deze vakantie heb ik een onderwater camera gekocht. Net voordat we weggingen via internet uit de US of A. Vanaf het begin is het een K-oop U-trechse T-urven ding! Hij is traag en de 6 mega pixel foto’s zijn slecht van kwaliteit, maar het ergste van allemaal vond ik dat ie niet onderwater proof blijk te zijn. Uiteindelijk heb ik ‘m maar uit elkaar gehaald en jemig wat een knullig ding is dit voor zoveel geld! Met wat nagellak versteviger (van Sue) heb ik (denk ik) ‘m toch nog waterdicht gekregen. En vooralsnog heb ik tijdens het snorkelen nog geen water aan de ander kant van de lens zien zitten. Nu maar hopen dat ie ook op 15 meter diepte waterdicht blijft.

Exmouth (net als andere Ozzie dorpjes) is aan het veranderen. Kan ook niet anders. Vooruitgang kun je niet altijd stoppen al zou je dat wel willen. Ook hier wordt het steeds drukker en Exmouth is qua oppervlakte verdubbeld. Het enige dat de ‘vooruitgang’ (lees: vol zetten met huizen) tegenhoud, is de prijs voor een stukkie grond ($500,000.-). Die lijken wel op die bij ons in NL en dan moeten ze ook nog een huis (weer $500,000.-) op bouwen! Die binnenlandse haven moet blijkbaar toch ergens van betaald worden, ondanks dat het de goedkoopste Marina Village in Oz blijkt te zijn. Zoom eens via Google Earth in op Exmouth om dit prestigieus project te bekijken.

2 juni 2009. De jongens slapen naast elkaar in hetzelfde bed, wat tevens overdag hun speelplek is (al het kleine losse speelgoed ligt dus ’s avonds nog in een hoek…). De jongens willen niet altijd (naar onze wens) gelijk gaan slapen, maar als ze dan slapen gebeurt het nog wel eens dat de ene op de andere ligt. Dan is de hele hut natuurlijk gelijk wakker en hebben we vaak een lange dag met een wat trage opstart. Zo ook vandaag. Het is ook een zwaar bewolkte windstille dag en we hebben dus een rustige ochtend. Voor de warme lunch (vanavond hadden we chip & dip bij de skippy hangplaast in “Bloodwood Creek look-out”) toch nog ff ons strand gecheckt. We hadden het kalmste water ooit en ik was weer eens te lui om mijn kamera mee te nemen, bugger. We hebben snel gegeten en zijn toen naar Lakesite campground gereden (voor wat extra elektra voor onze koelkast) om daar een zelfguided snorkel tour te doen (en uiteraard 4 (!) ijsjes bij de Visitors Centre). En het was awesome! Het is alleen jammer dat wat ik zie, ik niet echt kan delen met de rest omdat het zien van een Whitetip reef shark of al die mooie koraal bombies en die duizenden kleine en grote vissen niet te beschrijven zijn met mijn ohhh haai, ohhh duizenden vissen, ohhhh koraal, ohhhh…

We zijn hier nu bijna 3 weken en het lijkt wel of we niet van ons strandje zijn weggeweest. (klopt ook bijna als we geen koelkast probleempje hadden :)) maar niets is minder waar. We hebben meer gezien. De 2 uur durende Mandu Mandu Gorge track was vergelijkbaar gevaarlijk als de gorges in Karijini en Tim vond het klauteren geweldig! En die uitzichten, awesome again! De Pilgonaman gorge was minder spectaculair, maar daar hebben we wel die zeldzame Black-footed rock wallabies gezien. En we hebben een hele zwarte agressieve spin (grote van een pingpongbal) op klaar lichte dag voor onze deur van de camper (hier zeggen ze motorhome) gezien! Ja, in dit NP (en de omliggende eilanden) kun je elke dag wel iets anders doen/beleven. Hoe lang je hier ook verblijft, tijd is altijd te kort.

Tijdens het snorkelen van vandaag heb ik me al voorgenomen om hier nog een keer terug te komen als ook de boys kunnen duiken. Zullen we toch nog iets langer moeten blijven, want gewoon zandkasteel bouwen, vissen, snorkelen, krabbetjes opgraven en genieten van de rust op ons eigen privé strandje, moet dan ook nog gedaan worden!

Aan de volgende informatie heb je niets, maar is wel leuk om ff te weten.

Onze longdrop: DCLM asset 105577

Zelfs Tim vind het geweldig om naar een longdrop te gaan, zelf in het donker!

Dag allemaal tot gauw voor het vervolg van onze reis.

Laatste afronding

Tja, nu moeten we onze 3de wereldvakantie echt afronden.
Microsoft heeft besloten om te stoppen met deze gratis spaces.live dienst.
Heel jammer, maar http://goes-on-travel.spaces.live.com/ is vanaf 1 januari 2011 niet meer beschikbaar Bedroefde emoticon.
Om onze site (foto’s en verhalen) toch ook later voor ons beschikbaar te hebben doen we vandaag een laatste update van onze verhalen en foto’s zodat we deze in zijn geheel kunnen downloaden.
Heerlijk!
Anderhalf jaar terug in de tijd naar Australie.
– verhalen lezen, want die hadden we al klaar staan.
– foto’s uitzoeken, want dat moeten we nog doen (allen helaas geen onderschrift bij de foto’s)
Eiland met een palmboom Ohja… Onze 4de reis naar Ozzie is alweer gepland; 201…. Eiland met een palmboom

Auckland – Exmouth

1 Mei 2009, heerlijk gevoel! We zijn weer in Australië!! Het laatste verhaaltje van NZ moet ik nog afmaken, maar nu we hier zijn heb ik daar eigenlijk geen zin meer in; maar krijgen jullie nog van me tegoed. Het is moeilijk te omschrijven, maar Australië geeft ons gewoon meer een relaxed vakantie gevoel dan NZ. Ik denk voornamelijk dat, dat komt door het heerlijke weer (24/27 graden en zon) en het weidse. Tjonge, wat hebben ze hier een ruimte.

Lia en ik hebben onze vakanties bijna altijd verdeeld in een actief gedeelte en een relax gedeelte. Zo gingen we bijv. een week naar Limburg en omstreken om daar alles te bekijken waarna we dan een week naar Zeeland gingen om gewoon op het strand uit te liggen rusten. Zo iets hebben we nu eigenlijk ook een beetje We zijn heel erg druk geweest in NZ om veel te zien en te doen (binnen de restricties van de jongens) en nu gaan we het rustiger aan doen ondanks dat we waarschijnlijk toch nog iets van 4000 km rijden zullen rijden.

NZ heeft gewoon te veel te zien en te doen op een relatief kleine oppervlakte terwijl je in Australië net zoveel kunt zien en doen, alleen ligt alles verder uit elkaar. Tja, en als je dan denkt dat de korte afstanden tussen alle leuke dingen in het voordeel is voor NZ heb je het mis. In NZ doe je soms 3 uur over een kleine 150 km en ben je echt moe van het vele sturen en de mooie (snel wisselende) scenery. In OZ heb je in die 3 uur zeker 300 km afgelegd en heb je het gevoel dat je er nog wel 300 kunt doen zonder echt moe te worden. Die lange rechte afstanden met uitzichten die langzaam veranderen en waar je lange tijd van kunt genieten geven je veel energie. Het is alsof je in een boemeltreintje zit waarbij alles langzaam voorbij gaat.

NZ, het land waar je in een oogopslag alle kleur schakeringen van blauw en groen kunt zien.
OZ, het land waar je in een oogopslag alle kleur schakeringen van geel en rood kunt zien.
Ik kan er naar beide uren naar kijken. TOP!

Onze vlucht (maandag 27 april) van Auckland naar Melbourne had bijna 1 uur vertraging. Maar bij aankomst leek het er op dat we toch nog op tijd konden zijn voor onze vlucht naar Perth. Alleen de deur van het laadruim van het vliegtuig konden ze niet meer open krijgen… Daar stonden we dan met onze handbagage inclusief een kunstwerkje van hout en been die we een dag eerder gekocht hadden.

We waren die ochtend (02:30 ging onze wake-up call) al vroeg op Auckland vliegveld omdat we dachten dat we veel problemen zouden krijgen met ons zelf ingepakte kunstwerk met glasplaat, maar niets was waar. We konden (nadat alles in de x-ray machine was geweest) zo doorlopen!? En in Melbourne, daar hadden we dan uiteindelijk toch onze koffers, maar onze incheck tijd was al voorbij. Op zoek naar een alternatief kwamen we bij een ticket-verkoop-balie terecht waar de verkoper aangaf dat alle vluchten van die dag naar Perth al vol zaten. Maar hij trok gelijk alle registers open (ach, wat zielig zo’n familie met twee van die kleintjes) en hij kreeg het voor elkaar dat het bijna vertrekkende vliegtuig toch nog eventjes langer aan de grond bleef. Gauw alles weer door het x-ray apparaat en rennen. Had ons vliegtuig weer vertraging van ongeveer een half uur; maar wij vonden dat niet erg 🙂 De jongen hebben heerlijk geslapen en wij hebben een zoetsappige familiefilm zitten kijken over een hond.

In Perth gelijk naar de camperboer. En ja, deze camper is ietsje duurde dan die in NZ, maar ook kwalitatief veel beter. Diezelfde namiddag hebben we een cuppa gedaan bij Oma Sue en Opa Ivan. Het was net of we niet weggeweest waren. Geweldig om ze weer te zien en te spreken! We hebben de eerste 2 dagen geslapen op een camping om alles een plaatsje te geven (op dit moment zijn we nog steeds niet helemaal op orde, maar we komen er gestaag). En op deze camping kwamen we erachter dat de voltmeter het niet deed, maar wat nog erger was, was dat we ook geen stroom van de extra accu’s kregen. De accu’s zijn echter ter plaatse vervangen door een Dutchy en na onze 2de test (we testen alles in de hut zelf omdat we 3 weken in de ‘bush’ willen kamperen) waren we overtuigd dat het probleem bij de oude accu’s lag en niet bij de oplader of de voltmeter (die nog steeds dood is).

De volgende 2 nachten hebben we op het erf van Sue en Ivan geslapen. Heerlijk gekeuteld met de jongens en er ontzettend heerlijk gegeten. Tjonge, wat kan Sue lekker koken. Ivan heeft in navolging van zijn moeder, zijn levensverhaal op (digitaal)papier gezet en elke avond probeer ik daar enkele pagina’s uit te lezen. Hij heeft afgelopen zomer (hun zomer onze winter) een trip gedaan met zijn gehele familie (incl. die van zijn 2 broers) naar de omgeving waar hij is opgegroeid; de goudmijnen van Wiluna e.o. (500 km2). Ook wij zullen een gedeelte van deze trip doen omdat we via de Great Northern Highway, Tom Price en Karijini National Park naar Exmouth willen rijden. Ja, het was een goed gevoel om ze weer eens te zien en spreken! Aan het einde van onze vakantie gaan we nog een paar dagen naar ze terug.

Gisteren hebben we bij Sue en Ivan de dag gebruikt om onze kleren te wassen en een reisplanning te maken (en ik ben er ff op uitgeweest om mijn toch niet zo waterproef onderwater camera te laten fixen; uiteindelijk maar zelf gedaan en in Exmouth maar eens kijken of ik dat goed gedaan heb). Thuis hadden we een grove planning gemaakt van deze route (+/- 4000 km), met ook nog een bezoekje aan Augusta (walvissen kijken op het zuid-westelijke puntje van OZ). Uiteindelijk hebben we geleerd van NZ dat 3 uur in de auto max. is voor onze kereltjes. We delen dus die +/- 4000 km door 300 en komen dan ongeveer uit op 13/14 rijdagen. Met enkele weken Exmouth en een week in Kalbarri moet Augusta dus maar wachten tot volgende keer 🙂

Als het aan Sue en Ivan had gelegen hadden we daar onze gehele vakantie wel mogen blijven staan. Dat was niet eens erg geweest, maar we moeten toch een keer beginnen met reizen. En we merken dat het begin van een reis, als je het ergens naar je zin heb, steeds moeilijke wordt. Van de laatste vakantie die in Darwin begon weten we dat een langzame start je reisschema op een later tijdstip eventueel kan beïnvloeden. Nu slapen we in het plaatsje Bindoon en staan naast het plaatselijke cricket veld. Niet echt een camping, maar een douche en wc is beschikbaar en omdat we stroom gebruiken kost het ons $10,- (te betalen bij het postkantoor). Morgen richting Morawa.

6 Mei, we slapen nu bij de ‘Walga Rock’. Da’s letterlijk in the middle of  bloody woop-woop; 48 km van Cue, midden in de bush. Cue was vroeger een boeming goudstad met diverse goudzoekers dorpjes daaromheen maar is nu eigenlijk niet meer dan een spookstad met 300 inwoners. De Great Northern Highway gaat dwars door de hoofdstraat van Cue (en alle andere spookdorpjes in deze regio). In deze hoofdstraat hebben ze een aantal oude stenen gebouwen van toen mooi  gerestaureerd, maar de andere ‘houten’ gebouwtjes staan allemaal leeg en hierdoor ziet de ‘hoofstraat’ er toch vervallen uit. Even buiten Cue worden grote roadtrains met 3 aanhangers (23 assen en 53,5 meter lang) volgeladen met ijzererts. De attracties bij Cue: Cue zelf, enkele oude spookdorpjes om Cue heen (okay, je ziet alleen wat overblijfselen van de oude mijnwerkers huisjes in de vorm van stenen, stalen golfplaten en wat rommel (incl. asbest platen) op de grond liggen (zie foto’s van Day Down en Big Bell), en de ‘Walga Rock’ (dit is een ‘soort’ kleine Ayers Rock met Aboriginal rotsschilderingen; gaan we morgenochtend bekijken).

In Bindoon hebben we bij de i-site annex postkantoor een boekje gekocht over ‘Free-camping in the North of WA’. In dit boekje stond de Walga Rock beschreven als: “Most years, a carpet of Wildflowers surrounds the rock, and a family of wild goats and abundant birdlife make this a beautiful spot for a overnight camp.” En hier staan we nu, helemaal alleen. 20:30 de jongens slapen en Lia ligt ook al in bed, ze heeft er toch niet zo’n goed gevoel bij zo helemaal alleen en zo ver weg van de ‘beschaving’ Het is bijna volle maan dus we kunnen de omgeving goed zien; het is echt een plaatje. Maar als het tussen je oren zit…

We hebben de wekker voor de 2de keer op 6 uur gezet. Tim wil weer de zonsopgang zien. Toen we in Yalgoo waren was daar op een ‘berg’ een look-out en daar zijn we ’s ochtends vroeg naartoe gereden om de zonsopgang te zien. Dat vond Tim zo mooi (en dat is ook gewoon mooi in een omgeving waar je km’s2 kunt rond- en verkijken) dat hij dit morgen weer wil zien. Alleen staan we nu bijna tegen de Walga rots aan en moet de zon van achter de rots komen. We zullen wel zien hoe het verloopt morgen.

Wat was nu eigenlijk onze route tot nu toe?

We begonnen in Perth bij Sue & Ivan en reden toen naar Bindoon. Volgens Sue en Ivan was daar een lovely and quiet campground. Wij hebben daar geen echte camping gevonden maar hebben daar heerlijk geslapen langs de Cricket Oval (powersite $10). Het was er inderdaad lovely maar, wat er nu die avond is gebeurd in de kantine van de Cricket Oval, is ons niet duidelijk. Wel hebben we een heli met zoeklichten zien landen op de oval, enkele politie auto’s met zwaailichten rondjes om de oval (en langs ons) zien rijden en een St. John ambulance op het gras naast de helikopter zien staan, terwijl er heel wat gerend werd tussen die twee vervoersmiddelen. Veel commotie dus direct naast ons slaapplekje.

Van daar zijn we na een klein stukje rijden beland in ‘New Norcia. Een dorpje dat geheel door Benedictijnen is opgezet en in het verleden bruisend was, maar sinds de jaren 70/80 van de vorige eeuw eigenlijk uitgestorven is en met zijn nog 8 echte benedictijnen, eigenlijk gewoon een openlucht museum is van mooie gebouwen. Daar hebben we een zeer informatief stads/gebouwen tourtje van 2 uur gedaan en hebben na een late lunch uiteindelijk besloten ook de nacht in het dorpje door te brengen. Echt een leuk dorpje om een dagje te vertoeven.

De volgende dag zijn we van de Great Northern Highway (via Wubing) linksaf geslagen naar Morawa. Tot aan Mullewa (waar we rechtsaf zijn gegaan terug naar de Great Northern Highway) rij je in de bovenkant van de wheatbelt (graanschuur) regio van WA. Dit is ook gelijk onderdeel van de wildflower hoek van WA. Alleen zijn wij 2 maanden te vroeg L. Als het aan het einde van de winter geregend heeft staat deze hele hoek, +honderden km2 in het voorjaar vol met wildbloemen. Iets dat je, als je er nu doorrijd zo net na het oogstseizoen terwijl alles nog droger dan kurk is, niet kunt geloven. We hebben onderweg her en der wat foto’s gezien van de omgeving tijdens dit wildflower season… We hebben al tegen elkaar gezegd dat als we ooit weer een lange reis mogen maken we dit fleurige schouwspel zeker een keer willen zien. De wegen in deze wheatbelt regio zijn letterlijk recht toe recht aan met om de +/-10 km een ‘dorpje’ dat bestaat uit enkele huisjes en 1 of meerder hele grote graanopslag schuren/bakken.

Die rechte wegen gelden eigenlijk ook voor de wegen in de goldfield regio. Vanaf Yalgoo (via de Jokker Tunnel & oude spoorstation) groeit er bijna niets meer (behalve tijdens het seizoen van de wildbloemen) en komen (lees kwamen) de goudzoekers aan hun trekken. Via (spookstadje) Mount Magnet, waar we de goudmijnen en natuur fenomenen via een gravel-trail van 40 km hebben bekijken, zijn we nu (via Cue) beland in bij onze slaapplaats in de bush (Walga Rock).

Morgen de zonsondergang, paintings en het spookstadje Big Bell en dan via Cue naar Meekatharra.

9 mei 2009, Via Cue en Meekatharra (= niet bijzonder) overnachten we nu in mijnstad Newman waar zich de allergrootste opendag ijzerertsmijnbouw ter wereld bevind (wat ze eigenlijk doen is gewoon een erg grote berg genaamd Mt Whaleback (omdat ie op de rug van een walwis leek), afgraven. Ze hebben hier zo’n 6000 vaste bewoners en zo’n 6000 ingevlogen ‘bewoners’ (ingehuurde medewerkers die 2 weken werken en 1 week via ’t vliegtuig in Perth losgelaten worden). De stad is ook zo opgezet. Een aantal echte woonwijken die verder opgevuld zijn met secties bunkhuizen. Deze bunkhuizen zien er van buiten uit als een kleine cel en lijken een beetje op portable wc/douche-units. Newman straalt echt een ‘tijdelijke’ stad uit dat vergelijkbaar is met Karratha, waar er ook veel tijdelijke werknemers gehuisvest worden in tijdelijke/nood gebouwen. Wat hier wel grappig is om te zien is dat bijna alle auto’s die hier rondrijden bestickerd zijn met de naam van het bedrijf dat de berg afgraaft (bhp Billiton) en een ‘kindervlaggetje’ met lampje hebben (anders worden ze overreden door een big haultruck). Omdat je minimaal 6 moet zijn ga ik morgen als enige van ons kijken hoe de mijn is. En het wordt ook nog een spannend bezoek want er is een blast. Ik ben benieuwd. In NZ heb ik al eens het opblazen van een stuk grond in een goudmijn gezien en dat was nu niet echt heel erg spectaculair. We zullen zien.

De omgeving van de Walga rock is echt beautiful en daar kun je wel een weekje vertoeven (als er meer mensen zijn zegt Lia). De Abbi paintings waren leuk, maar niet echt schokkend als je de paintings in Ubirr en Nourlangie Rock in Kakadu NT al gezien heb (we zijn verwend). De terugrit over dezelfde dirt road (gravel weg) was minder spannend dan de heen weg (ervaring leert dat je gewoon met 60 km/u over die hobbels moet rijden), maar zal ons de rest van de vakantie bij blijven dankzij de rode stof die nu in de gehele camper aanwezig is. De 12,8 km afslag naar spookstad Big Bell was zeker de moeite waard! Veel van de spookstadjes waar we de laatste dagen zijn geweest hebben voor ons een extra betekenis gekregen omdat een belangrijk deel van Ivan zijn ouders daar heeft afgespeeld. Het gedeelte wat we nu gedaan hebben wordt dankzij zijn levensverhaal en de bijbehorende foto’s wel heel erg fascineren.

Van het mijn bezoek in Newman had ik iets meerverwacht, maar inposant was het wel! Alleen geen blast gezien. Die zou uiteindelijk om 11 uur gebeuren en we stonden al om 10:30 op de look-out maar mochten daar niet lange blijven staan. Voor die $20,- best de moeite waard.

Het is nu 13 mei, We komen net uit Karijini NP (waar we de zoon van Less Hiddens & Sir. Attenborough hebben gezien als camping hosts van Dales campground!)en we overnachten in Tom Price; mijnstad van Rio Tinto. Onze eerste indruk van dit mijnstadje is dat het wel een aardig noordelijke Ozzie uitstraling heeft en niet, zoals Newman, een stadje is dat louter bestaat uit bunk-huizen voor de ‘tijdelijke’ mijnwerkers. Maar wij zijn er dan ook alleen heel ff geweest en de camping staat buiten het dorp. Wat we wel hebben begrepen is dat werknemers in deze ijzer sector heel schaars zijn en ze met allerlei secundaire arbeidsvoorwaarden (voor het gehele gezin gratis woonruimte, schooling, ziektekosten, gereedschap, onbeperkt eten voor $6,- en nog veel meer) gelokt worden. En dat dit voorlopig nog wel een booming bussines is tot na 40 jaar!?

Er zullen vast nog meer bedrijven zijn, maar Rio Tinto en bhp Billiton zijn zeker de grootste ijzererts (iron ore) vreters van Australië. Mochten kinderen onder de 6 jaar in Newman niet mee op mijntour  Hier bij Tom Price is iedereen van de familie uitgenodigd om de mijn e.d. te bezoeken. We hebben het aan Tim gevraagd, maar hij wilde graag op vakantie; het strand bedoeld hij! Over 3 dagen is hij jarig en onze planning was om dan in ieder geval in Exmouth te zijn; kan hij (en wij dus ook :)) heerlijke patat met barra, ketjup en een dikke milkshake eten. Hij vindt het tijd worden om zijn strandspulletjes uit te testen.

Aan de ene kant vinden we het jammer dat Tim niet de mijntour wilt doen, maar aan de andere kant geeft het ons ook weer een mogelijkheid om deze omgeving later nog een keer te bezoeken, incl. Karijini National Park. Jemig wat is dat een mooi park!

Tot aan Newman is het landschap voornamelijk glooiend. Vanaf Newman veranderd dat drastisch in een glooiend landschap met steeds meer los staande geërodeerde bergen. Na 200 km zie je ineens aaneengesloten geërodeerde bergen met verschillende richels/kliffen op verschillende hoogtes; we rijden op de zeebodem! In het hele verre verleden was dit allemaal zee en het zeewaterspiegel is in die tijd enkele malen drastisch gedaald, terwijl het landschap diverse keren is gestegen. Deze stijgingen en dalingen en de toen nieuwe golfslag hebben er voor gezorgd dat er dus verschillende richels/kliffen te zien zijn op deze bergketens. Het Karijini NP bevind zich op deze oude zeebodem; een glooiend landschap met daarin verborgen dramatische mooie gorges (kloven/ravijnen), uitgeslepen door de toen laatste aanwezige rivieren. In het park zijn allerlei diverse walks/hikes uitgestippeld met 6 verschillende moeilijkheidsgraden, waarbij 1 te doen is met een rolstoel en je bij 6 klauter stuf nodig hebt incl. een gekwalificeerde instructeur. Maar zoals het Ozzie betaamd zijn de pools in de verschillende gorges recreatieve zwemgelegenheden en is dus alles gewoon toegankelijk en gaat men er vanuit dat je, je gezond verstand gebruikt. De diverse look-outs die in de gorges neerkijken zijn dramatisch mooi net als (als je eenmaal beneden bent) de gorges zelf. We hebben daar heerlijk en spannend (soms bijna gevaarlijk met de jongens) gehiked en geklauterd. Ik ben zelfs nog bij een sterrentour geweest, maar na weken lang de perfecte Milky Way kunnen aanschouwen was er nu ineens… alleen maar bewolking, dus daar waren we gauw klaar mee :(. Het hele park heeft alleen maar gravel wegen en deze waren volgens de bordjes, voor alle voertuigen begaanbaar. 90% van wat we rond hebben zien rijden was echter van het kaliber 4wd. Wij waren de enige oversized camper?!. We hadden al aardig wat gravel roads gehad (o.a. bij Mt Magnet en de Wolga rock bij Cue), maar deze waren echt anders! Jemig wat waren die wegen hobbelig maar vooral stoffig. Nu we hier in Tom Price staan is het leed niet meer te overzien. Echt alles is rood! Niet alleen dat wat je direct kunt zien, maar ook alles in de binnenkant van de kastjes incl. onze kleren e.d. Ja, van Karijini zullen we nog lang plezier hebben (en de camperboer ook als ie onze hut moet schoonmaken :)). Gezien onze planning voor Tim’s verjaardag hebben we ook in Karijini niet alles gezien wat we hadden kunnen/willen zien, dus…..jullie begrijpen het al.

Iedereen slaapt al, morgen de 2de en hopelijk laatste lange rijdag van deze vakantie; zo’n goede 600 km). Trusten.

21 mei. We zijn nu al 4,4 dagen in Cape Range NP en wat is het hier toch heerlijk rustig en relaxed. Vroeg wakker (06:00) en met de kids de zon op zien komen boven de Range (geerodeerde bergketen), Brekkie, smeren en hup naar het strand. Daar lekker zandkastelen bouwen, vissen en snorkelen, ff terug naar de hut voor de lunch, slaapie voor Ian en de hitte ontvluchten en dan weer terug naar het strand voor… jawel, lekker zandkastelen bouwen, vissen, snorkelen en de zonsondergang. (om 18:00 is het echt donker). Weer terug naar de hut voor een zandafspoeling (da’s lachen; zand uit de naad mbv een gevulde bidon en door de zon verwarmd water), T, ff  de Milky Way bekijken en naar bed.

In Australie gebruiken ze het woord dinner voor avondmaal niet maar zeggen ze T-time. Je begrijp het al….. dit is hard werken en we zijn dan ook elke avond doodmoe :). Ondanks dat gaan we dit (afhankelijk van het weer) zo’n 15-20 dagen uitproberen.

Daarna is onze planning nog een dag of 2 naar Coral Bay, 7 dagen in Kalbarri  en 7 dagen in Perth, voordat ….

Oh ja, ons camping plekje aan zee ligt zo’n 80 km verwijderd van Exmouth en om dus de melk en brood aan te vullen moeten we helaas enkele keren daar naar toe. Iets dat we geen van allen leuk vinden, maar soms zijn de dingen niet anders. En wat wilde Tim nu op zijn verjaardag eten? Pudding/slagroom taartje, chip en dip en….. spaghetti! Wij balen, maar omdat we nog wel een keertje naar Exmouth moeten kunnen we toch onze patat met barra, ketjup en een dikke milkshake scoren.

Doei doei

Ennehh, de foto’s komen later; geen tijd en omdat we geen stroom in het park hebben is het gebruik van de laptop batterij beperkt en zitten Tim en ik op laptop rantsoen.

Miranda – Auckland

Vandaag, zaterdag 18 april zijn we beland in Auckland. Daar hebben we Kelly Tarltons Antarctic Encounters & Underwater World bezocht. In 3 woorden: Een grote aanfluiting. Zonder van je geld en tijd. Er is een klein hokje waar je achter glas de pinguïns kunt bekijken, er zijn wat tropische aquaria, 1 grote bak met 2 grote pijlstaartroggen, een grote hoefijzeronderwatertunnel waar je wat grote vissen incl. enkel haaien kunt bekijken (er zaten niet eens kleine visjes en plantjes o.i.d. in deze bak) en … een speelhoekje met een tafelvoetbal tafel en ringgooien. 3 keer raden waar Tim te vinden was. Nee, dit is zeker een afrader ondanks dat het overal en in elk blaadje/folder gepromoot wordt.

We hebben nog precies 1 week in NZ. Volgens het weerbericht wordt het allemaal wat minder, maar we hebben nog steeds ruim 20 graden. Alleen is het nu iets meer bewolkt. We rijden morgen richting Tutukaka. Lekker aan het strand relaxen en misschien dat er ook nog geduikt kan worden op de Poor Knight eilanden, maar dan moet wel eerst mijn snotterij over zijn.

Doei doei vanuit Auckland.

Laatste restje van het verhaal komt nog….

Kauaeranga Valley – Miranda

Zondag 12 april.
Gisterenavond was het een gevecht van jewelste. Nadat de jongens heerlijk gingen slapen dachten wij even van ons thee te genieten, maar al gauw hoorden we gezoem; een mug. En nog een. En nog een. En nog een. En nog een. En nog een. En nog een. En nog een. We hadden toch alles dicht gedaan? Waren ze dan allemaal vanmiddag naar binnen geslopen toen de deur openstond? Na een half uurtje dachten we ze allemaal gehad te hebben, maar het leek wel of er steeds meer kwamen. Zoeken, zoeken in alle gaten en hoeken en ja hoor, we hadden het lek gevonden en ook gelijk waar de werkelijke tocht in mijn nek vandaan kwam; de dakluifels! Wij dachten dat we ze elke keer goed dicht hadden gedaan, en dat was ook zo, maar ze staan eigenlijk gewoon altijd open! En dus komt de wind er gewoon doorheen net als die muggen. Gelukkig zit er nog wel een hor voor dachten we. Alleen jammer van het grote gat dat er in het hor zit omdat daar het mechanisme zit waarmee het dakluifeltje open en dicht kan. En daar komen ze dus onze hut naar binnen, grrrrr. Gelukkig hadden we in het begin van de vakantie al duckttape gekocht voor de ‘ventilatiegaten’ van de deur en voor de koelkast. Tapen dus en weer jagen. Toen we naar bed wilden, konden we weer op jacht. In de douche/wc cabine zit ook een groot gat voor de ventilator. Dus weer tapen en jagen.

Na een wat onrustige nacht hebben we na het ontbijt de jacht voortgezet. Blijkbaar hadden we ze toch nog niet allemaal te pakken gehad. Hilarisch ochtendgymnastiek met Tim als jacht instructeur en pa en ma (met natte tissues) als kanonniers. Zelfs Ian vond alle commotie lachwekkend. Uiteindelijk kwamen we er achter dat op het bovenbed de 2 raampjes alleen gemonteerd waren in de ‘buitenmuur’ en je gewoon tussen de binnen- en buitenmuur kon kijken. En daar (tussen de open spouw) hadden de muggen zich verstopt en kwamen mondjesmaat te voorschijn. Die dag hebben we 3 walks gedaan en bij thuiskomst nog wel een mugje of wat plat geslagen. Volgens onze schatting waren het er uiteindelijk wel 70+ die we naar de andere wereld geholpen hebben. Verbazend en tegelijkertijd gelukkig was er niemand van ons geprikt.

Omdat we genoeg muggen gezien hadden zijn we 2de paasdag wakker geworden op een andere DOC camping. En daar hadden we helemaal geen last gehad van muggen o.i.d. Ook daar hebben we weer 3 hikes gedaan. Al met al waren de paasdagen lekker relaxed incl. uitslapen, voetballen, plakken/knippen, abc spel, filmpje kijken boekie lezen en veel stilte. Op weg naar het plaatsje Coromandel hebben we, omdat we geen chocolade paaseitjes hadden tijdens de Pasen, onszelf maar weer eens getrakteerd op een Tip Top ijsje :).

Maandag 13 April, vroeg op om met het eerste treintje van ‘Driving Creek Railway’ mee te kunnen. Dit kleine treintje op smalspoor is gemaakt door een pottenbakker. Deze pottenbakker had een stuk berg gekocht waarvan hij de aanwezige klei gebruikte voor zijn klei kunsten. Om deze klei uiteindelijk makkelijk naar beneden te krijgen besloot hij daarvoor een treintje te gebruiken/bouwen. Het is allemaal wel een beetje geiten wollen sokken gebeuren (een grote bende), maar het treintje is echt een aanrader! Daarna via de 309 naar Whitianga. De 309 is een 14 kilometer onverharde smalle weg waar je onderweg een aantal attracties en walks kunt doen.

Onderweg naar 1 van die attracties (Waiau Waterworks) was er een opaatje die nogal op het midden van de weg bleef rijden. We konden ‘m nog net ontwijken, zonder in het ravijn te storten. We hadden echt het geluk dat net op dat punt een houten ‘vangrailtje’ stond…. De camper daarentegen heeft nu wel over de gehele linker zijkant een kleine beschadiging…. Pfffff was ons dat ff schikken!!

Oh ja die Waiau Waterworks…. da’s echt een afrader. Het moest een soort attractiepark zijn waarbij alle attracties iets met water te maken hebben. Uiteindelijk is het gewoon een dure dagrecreatie (iedereen neemt z’n eigen BBQ vlees e.d. mee, en de kinderen kunnen spelen in de speeltuin met aangrenzende kreek) en de ‘attracties’ die er staan, zijn aan vervanging toe. Tim heeft zich vermaakt in de zandbak en met enkele waterdingetjes. De waterkannonen waren daarvan het leukst. We hadden het dus redelijk snel gezien en hebben onderweg dan ook nog een walk kunnen doen naar 13 Kauri bomen van slechts 600 jaar oud. NZ heeft het er vroeger vol van gestaan van deze bomen met leeftijden van plus 2000 jaar. Maar kappen voor goud en planken in de 19de eeuw, heeft er voor gezorgd dat er slechts nog enkele jonge oudjes over zijn. En die zijn dan ook een echte attractie; machtig mooi om te zien!

Dinsdagochtend hoorde we dat Hot Water Beach pas weer leuk zou worden om 15:30. Bij Hot Water Beach in de buurt van Whenuakite kun je 2 uur voor en 2 uur na laagtij een kuil graven op het strand waarna deze zich vult met warm water; je eigen hot water pool! Omdat we ons nu niet zagen liggen op het strand (het is perfect weer, maar wat ons betreft nu niet echt strand weer) en onze vakantie bijna ten einde is, hebben we besloten om dit maar over te slaan.

Tijdens onze eerste vakantie naar NZ 5 jaar geleden hebben we ivm tijdgebrek en keuzes Coromandel Peninsula bewust overgeslagen. Ons verwachtingen mbt Coromandel Peninsula waren o.a. daardoor hoger dan wat we uiteindelijk gezien hebben. Hoogst waarschijnlijk zijn de mooiste plekjes te vinden in de Mercury Bay Area en boven Coromandel Town; daar waar we met ons huurvoertuig niet mogen komen. We zijn natuurlijk al erg verwend en durven dan ook wel te adviseren dat als je te weinig tijd heb om Coromandel Peninsula te zien, maar toch wel bounty stranden wilt ervaren, je gewoon de oostkust (wel van die snelweg af) naar boven moet pakken vanaf  Whangarei. Toch willen we Coromandel Peninsula eens bezoeken wanneer het echt strandweer is en met een voertuig die ook het bovenste deel mag berijden.

Woensdag, donderdag en vrijdag hebben we heerlijk gerelaxt bij Miranda hot pool(s) Holiday Park. Een relatief duur Family Park, maar met ons gratis 10% kortingskaart en het feit dat het een echt kwalitatief caravanpark is, de juiste prijs/kwaliteitsverhouding. Denk daarbij aan een lekker zonnetje en een heerlijk thermaal pool, dan heb je niets meer nodig. Het aangrenzende (beetje oud) Miranda hot pools (aparte intree maar met camping korting) is met een heerlijk groot thermaal zwembad, een 41 graden sauna pool, diverse privé spa’s, warm babybad, springkussen en picknickweide met BBQ’s. Lekker en leuk voor een keertje, maar als je overnacht op de camping niet echt een must. Maar moet je ‘t wel gewoon en keer gezien/gedaan hebben 🙂

Tot later